Datacentrum verwarmt faculteitsgebouw via bodem
Science Park Amsterdam in Watergraafsmeer krijgt een nieuw datacentrum, AM3, dat zijn restwarmte in de bodem opslaat. Het gebouw van de faculteit natuurwetenschappen, wiskunde en informatica (FNWI) van de Universiteit van Amsterdam, dat 50 meter verderop ligt, zal een deel van die energie vervolgens gebruiken voor de verwarming van het pand. Het grondwater dient hierbij als warmtebuffer. Het is de eerste keer dat in Nederland een dergelijk warmte-uitwisselingsproject via de bodem wordt toegepast.
Datacentra, die vol staan met servers, verbruiken veel energie. Normaal gesproken loost een datacentrum zijn warmte via een koelsysteem in de buitenlucht. Bij AM3 wordt die echter via een warmtewisselaar opgeslagen in twee waterputten van een ondergrondse buffer.
Het FNWI-gebouw heeft een vergelijkbaar warmte-koudesysteem. Computermodellen wezen uit dat de systemen elkaar mooi aanvullen en energie kunnen uitwisselen. In tegenstelling tot het datacentrum heeft het FNWI in de wintermaanden verwarming nodig. Doordat de warme bronnen van AM3 en FNWI dicht bij elkaar liggen, kan het faculteitsgebouw in de wintermaanden de restwarmte van het datacentrum gebruiken. Dit komt neer op duurzame, ondergrondse energie-uitwisseling.