Museum toont illegale Bijbels Rusland-Duitsers
DETMOLD – Het Museum voor de Geschiedenis en Cultuur van de Rusland-Duitsers in het Duitse Detmold is na een verbouwing sinds eind vorige maand weer open voor publiek.
Op 500 vierkante meter toont het museum gebruiksvoorwerpen, documenten en kunstwerken die betrekking hebben op de grote groep Duitsers die sinds de jaren vijftig vanuit Rusland naar Duitsland is teruggekeerd.
In 1763 gaf de Russische keizerin Katharina de Grote aan Duitse boeren toestemming om zich in het zuiden van Rusland te vestigen. Tussen 1764 en 1850 emigreerden zo’n 160.000 Duitsers naar Rusland. Deze kolonie groeide uit tot een groep van enkele miljoenen mensen. Hun geschiedenis kenmerkt zich door vervolging en onderdrukking.
Vanaf 1955 keerden zo’n 2 miljoen Duitsers terug naar de heimat. Onder hen waren ongeveer 300.000 mennonieten, die door de communistische machthebbers sterk werden onderdrukt. Zo’n 200 Bijbels getuigen van hun moeilijke positie in Rusland. De Bijbels werden naar de kolonisten gesmokkeld of illegaal ter plaatse gedrukt. Enkele zijn eigendom geweest van kraanmachinisten die in de goudmijnen van Siberië werkten. „Verschillende Bijbels zijn drie keer van vernietiging gered”, aldus museumdirecteur Neufeld.
Verder zijn handgeschreven liedboeken te zien. Deze werden vaak overgeschreven, omdat ze niet in druk uitgebracht mochten worden.
Het museum werd in 1996 opgericht door de gymnasiumleraar Otto Hertel uit Detmold. Zijn (kunst)verzameling vormde de basis voor het museum.