Charles II delft in Worcester het onderspit
Een groene heuvel biedt een weids uitzicht over de Engelse stad Worcester. Hier beschoten soldaten van koning Charles II 350 jaar geleden de aanvallende troepen van Oliver Cromwell. De aanvallers veroverden de heuvel echter, draaiden het kanon om en gaven stad en koning een koekje van eigen deeg.
Grijs is het wolkendek dat de kathedraal van Worcester overkoepelt. Op de toren van het 11e-eeuwse gebouw stond koning Charles te kijken hoe zijn troepen probeerden de aanval af te slaan. Hij overlegde er met zijn officieren over de te volgen strategie.
In de kathedraalbibliotheek bleven archivalia uit die periode bewaard, waaronder brieven van Charles’ vader. De oude kerk kreeg tijdelijk ook een andere functie: Cromwells troepen sloten er gevangengenomen soldaten van de koning op.
Vanaf de kathedraal leidt een historische wandelroute door het stadscentrum, waar oude en nieuwe gebouwen lukraak naast elkaar lijken te zijn neergezet. Aan weerszijden van de toegangsdeur van de Guild Hall (Gildenhuis) staan beelden van de koningen Charles I en Charles II. Het gebouw is 18e-eeuws en heeft de strijd niet meegemaakt, maar op deze plaats hielden de koninklijke troepen lange tijd stand. Wat de figuur boven de ingang uitbeeldt, is niet met zekerheid te zeggen; volgens een oud volksverhaal is het Cromwell, die door boze inwoners van Worcester aan zijn oren vastgehouden wordt.
De Slag bij Worcester bezegelde de derde Engelse Burgeroorlog. In de jaren 1642-1646 hadden de parlementaire troepen van de puritein Cromwell (roundheads) en de royalisten (cavaliers) hun eerste oorlog uitgevochten, van 1648 tot 1649 de tweede en reeds voordat het jaar 1649 voorbij was, begon de derde oorlog.
De verhouding tussen het Schotse koningshuis Stuart, dat in 1603 ook in Engeland op de troon was gekomen, en het protestantse deel van de bevolking was al tientallen jaren gespannen. De koning beknotte de vrijheden van het volk en de rechten van het parlement.
In de jaren veertig kwamen de politieke en kerkelijke tegenstellingen tot een uitbarsting. Worcester was meermalen strijdtoneel. Kanonskogels brachten de middeleeuwse muren zware schade toe.
Koning Charles I week uit naar Schotland, werd daar gearresteerd, uitgeleverd aan Engeland en in 1649 berecht en onthoofd. Engeland werd een republiek, waar Cromwell tot zijn overlijden op 3 september 1658 –precies zeven jaar na de beslissende Slag bij Worcester– aan het roer stond. Hij is de redder van het Engelse protestantisme genoemd.
Charles II was in 1646 met zijn moeder naar Frankrijk gevlucht. In 1650 werd hij door de Schotten als koning erkend en op 1 januari 1651 gekroond. Hij rekruteerde een leger en marcheerde Engeland binnen. Op 22 augustus bereikte hij Worcester. Daar werd zijn leger op 3 september echter vernietigend verslagen door de parlementaire troepen.
Niet ver van de kathedraal bevindt zich de middeleeuwse Commanderie. Deze doolhof aan kamers deed tijdens de strijd dienst als hoofdkwartier van de koning. De aanvoerder van zijn troepen, de graaf van Hamilton, werd er zwaargewond binnengebracht. Hij bezweek aan zijn verwondingen. Ondanks Charles’ smeekbeden weigerde de helft van zijn leger de aanval in te zetten.
Verderop in de straat markeert een bescheiden bordje op de muur de plaats waar zich vroeger Sidbury Gate bevond. Helmen en hellebaarden op een brugleuning herinneren aan de hevige strijd die buiten deze poort werd uitgevochten. De koning werd bijna gevangengenomen, maar een charge van zijn cavalerie stelde hem in de gelegenheid de stad in te vluchten. Duizenden van zijn soldaten werden gedood of gevangengenomen.
De route voert langs King Charles House, vernoemd naar de koning die hier 350 jaar geleden verbleef. Volgens overlevering ontsnapte hij, verkleed als burger, door een zijdeur op het moment dat vijandelijke soldaten op de voordeur sloegen om een toegang te forceren. Dat verhaal berust mogelijk op fantasie: de koning vertrok nog voordat het protestantse leger arriveerde.
Aan de rand van het centrum leunen balkons van een modern flatgebouw onbekommerd op een oud stuk stadsmuur. Hier bevond zich St. Martin’s gate, de poort waardoor de koning ontsnapte. Zes weken was hij op de vlucht. Hij liet zijn haar afknippen, wat duidde op afkeer van het hof, kleedde zich als boer en mat zich een plattelandsaccent aan. Hij verborg zich zelfs een keer in een holle eik om aan de parlementaire troepen te ontkomen.
In Shoreham ging Charles uiteindelijk aan boord van een schip en week opnieuw uit naar Frankrijk. Hij reisde naar Keulen en daarna naar Holland. Daar vond hij steun bij zijn zus Maria, de vrouw van stadhouder Willem II. Charles had echter niet genoeg invloed of geld om andere landen over te halen hem te steunen.
Vanuit de Nederlanden hield Charles contact met zijn aanhangers in Engeland. Een landing van koninklijke troepen, geleid door de earl van Middleton, in februari 1654 in Dornoch, liep uit op een fiasco: ze werden verslagen door Cromwells militaire gouverneur van Schotland, generaal George Monck. In 1660 werd de monarchie echter hersteld en ontving Charles alsnog de kroon.
De huidige kroonprins Charles –al 62 jaar, maar nog geen koning– betaalde in juni 2008 tijdens een bezoek aan Worcester een oude familieschuld af. Zijn naamgenoot had in 1651 uniformen besteld en beloofde die na de Slag bij Worcester te betalen. Vanwege zijn vlucht bleef betaling echter achterwege. Prins Charles loste de schuld –453,30 pond– in. Maar zonder rente: „Ik ben niet van gisteren.”