Noorwegen onderzoekt aanpak aanslagen
OSLO (ANP) – Noorwegen gaat onderzoeken hoe de autoriteiten het bloedbad op 22 juli hebben aangepakt. Bij de dubbele aanslag op die dag kwamen zeker 77 mensen om het leven. De tien leden van de officiële regeringscommissie die het onderzoek uitvoert, zijn vrijdag benoemd.
Sinds het bloedbad is er veel kritiek, vooral op het optreden van de politie. Zo namen de agenten een veel langere route dan nodig naar het eiland Utoya, waar tientallen jongeren werden doodgeschoten, erkende een woordvoerder afgelopen dinsdag. Bovendien bleek dat de agenten met een luchtmachthelikopter binnen enkele minuten op het eiland hadden kunnen zijn.
De Noorse advocate Alexandra Bech Gjörv leidt de commissie. Die bestaat verder uit onder anderen een oud-directeur van de staatsspoorwegen, de vicepresident van het Noorse Rode Kruis, een journalist, politiefunctionarissen en een hoge legerofficier. Een van de leden komt uit het buitenland. De Deense ex-politiechef Hanne Bech Hansen moet de objectiviteit van het onderzoek bewaken.
Het politieonderzoek naar het bloedbad zelf gaat door. De politie zoekt onder meer een videocamera die de dader, Anders Behring Breivik (32), zou hebben gebruikt op Utoya. Breivik heeft de camera genoemd tijdens zijn verhoren en in een manifest dat hij kort voor de aanslagen op internet plaatste. In het geschrift zegt hij zijn „kruistocht” tegen een „invasie van moslims” te willen vastleggen. Ook overlevenden meldden dat Breivik zijn actie heeft gefilmd.
Breiviks advocaat verklaarde vrijdag dat de schutter tijdens het bloedbad op Utoya tien keer de politie heeft gebeld, omdat hij zich zou hebben willen overgeven. Hij had toen al veel slachtoffers gemaakt. De politie zou twee keer hebben opgenomen en toen overgave hebben geaccepteerd. Toch ging Breivik daarna door met het doodschieten van mensen, totdat de politie hem wist te overmeesteren.