De muur is weg – leve de muur
Vijftig jaar geleden, op 13 augustus 1961, werd begonnen met bouw van de Berlijnse Muur, om te verhinderen dat mensen naar het Westen zouden vluchten en Oost-Duitsland zou leeglopen. Alhoewel zeker niemand van plan zou zijn te vluchten, zoals DDR-staatschef Walter Ulbricht kort daarvoor verkondigde.
Nog in de zomer van 1989 zei Ulbrichts opvolger Erich Honecker ervan overtuigd te zijn dat de Muur „er nog honderd jaar” zou staan. Kort daarop viel de scheiding tussen Oost- en West-Berlijn. Toch krijgt Honecker postuum een beetje gelijk.
Vanwege het jubileum van de Muur is in Berlijn een tentoonstelling ingericht waarop panoramafoto’s zijn te zien uit verschillende periodes van de historie van de Muur. Ze zijn gemaakt door de Stasi –de veiligheidsdienst van de DDR–, die ze als hulpmiddel gebruikte om de Muur te perfectioneren. Aan het begin was er nog geen sprake van de Muur zoals die later werd opgetrokken. Wel was er veel prikkeldraad. Mensen aan de grens konden elkaar vaak zien en horen.
De panoramafoto’s die de Stasi in de jaren na 1961 nam, laten al snel het beeld zien van de Berlijnse Muur zoals dat in het collectieve geheugen gegrift is: 3,60 meter hoge betonnen taludstukken met de typerende ronding aan de bovenkant, een speciale DDR-uitvinding die het vluchten over de Muur bemoeilijkte.
Direct na de val van de Muur in november 1989 wilde iedereen het obstakel zo snel mogelijk weg hebben om de stad weer één laten worden, naar de woorden van bondskanselier Willy Brandt: „Jetzt wächst zusammen was zusammen gehört.” (Nu komt bij elkaar, wat bij elkaar hoort.)
Dat weghalen lukte aardig. Op 13 juni 1990, een kleine vier maanden voor de officiële hereniging, begon het leger van de DDR met de afbraak en deed dat bijzonder grondig. Na vier maanden was bijna alles weg.
Brandt pleitte er ook voor om een deel van Muur te laten staan als herinnering aan een „historisch monstrum.” Daarvoor kreeg hij zowel in Oost als in West weinig handen op elkaar. Het onding moest gewoon weg, vond men.
„Het besef dat de Muur belangrijk is voor de identiteit van de stad en dat het belangrijk is om de herinnering levend te houden, is pas de laatste tien jaar gegroeid; na de veertigste verjaardag van de Muur”, zegt Michael Cramer, Europarlementariër voor de Groenen en bedenker van de Berliner Mauer-Radweg, een fietstocht langs 160 kilometer grenszone om West-Berlijn.
„Iedereen die Berlijn bezoekt, wil weten waar die Muur stond”, weet Cramer. Jaarlijks fietsen in totaal zo’n duizend geïnteresseerden een deel van het traject achter de 62-jarige Cramer aan, die met een megafoon op zijn bagagedrager voorop rijdt.
Van de oorspronkelijke Muur is niet veel meer over. De authentieke plekken zijn op de vingers van één hand te tellen. Het bekendste en langste (1316 meter) overgebleven fragment van de Muur staat langs de oever van Spree aan de Mühlenstrasse in Friedrichshain, tussen de Ostbahnhof en de Oberbaumbrücke. Omdat de grens zich hier op de andere oever van de rivier bevond, was dit deel van de Muur geen onderdeel van de ‘buitenmuur’, maar van de zogenaamde Hinterland-Mauer, die het grensgebied aan de Oost-Berlijnse zijde afsloot.
Toch is de ‘route’ van de Muur zonder moeite te herkennen. De grond in de grensstrook ligt nog op veel plekken braak, ook in het centrum. Niet met opzet, meestal ontbrak het geld voor bebouwing. Een geluk voor de stad, die inmiddels de Muur heeft herontdekt. Sinds 2001 vallen de meeste overblijfselen onder monumentenzorg. In de Berlijnse binnenstad is het voormalige grensverloop te volgen via een dubbele rij kinderkopjes in het wegdek. Muurpanelen, bont beschilderd, worden weer neergezet. Toeristen zijn er dol op.
Aan de Bernauer Strasse is met veel geld een herinneringslandschap ontwikkeld waar onder meer een gedeelte van de grenszone is gereconstrueerd, met Muur en achterlandmuur, Kolonnenweg en uitkijktoren.
De reconstructie is net op tijd gereed voor de herdenking van de bouw van de Muur. De authentieke panelen die hier staan, zijn zo goed geconserveerd dat ze nog gemakkelijk honderd jaar meekunnen. Honecker zou tevreden zijn.