Obama hield zijn derde iftarmaaltijd, die het dagelijkse vasten gedurende de ramadan verbreekt, met zo’n vijftig genodigde moslims. Hij volgt hiermee het voorbeeld van zijn voorgangers George W. Bush (2001-2009) en Bill Clinton (1993-2001).

„Deze avond herinnert ons aan de tijdloze leerstellingen van een grote godsdienst en de blijvende kracht van een grote natie”, zo zei de Amerikaanse president tijdens zijn toespraak, waarin hij ook vooruitblikte op de komende herdenking van 11 september 2001, tien jaar geleden.

Richard Land, voorzitter van de ethische commissie van de Zuidelijke Baptisten, heeft geen moeite met de iftarmaaltijd. De VS kennen godsdienstvrijheid voor iedereen, aldus de evangelicale voorman. Dat wil echter niet zeggen dat alle godsdiensten „even waar” zijn, zo voegde hij eraan toe.

Obama geniet in de VS de meeste steun (80 procent) onder moslims (die overigens maar een klein deel van de bevolking uitmaken). Onder joden is dat 65 procent, bij niet-religieuzen 60 en bij protestanten 37 procent.