Rechtszaak Rhedense koopzondag wordt „testcase”
RHEDEN – Verschillende rechtszaken werden er al gevoerd tegen een vrije koopzondag in gemeenten. Vaak met weinig resultaat. Volgende week wordt voor het eerst de recent aangescherpte Winkeltijdenwet beproefd. „Rheden wordt een testcase.”
Rheden heeft iets gedaan wat niet mag, vinden de Stichting Tegen Verruiming Zondagopenstelling, vakbond CNV Vakmensen en twaalf lokale ondernemers.
En daarom zal de voorzieningenrechter van het Haagse College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zich op 18 augustus buigen over de voorgenomen vrije koopzondag in het Gelderse dorpje.
De Rhedense gemeenteraad besloot in juni dat winkeliers in de kernen Rheden, Velp en Dieren vanaf 21 augustus zelf mogen bepalen of ze op zondag hun winkels openstellen voor publiek. Volgens de Winkeltijdenwet, die begin dit jaar werd aangescherpt dankzij druk van met name de ChristenUnie in het vorige kabinet en de SGP in de huidige politieke constellatie, mag dat. Maar alléén wanneer de desbetreffende gemeente een bovengemiddelde toeristische aantrekkingskracht heeft. Anders zijn twaalf koopzondagen per jaar écht het maximum.
En juist aan het toerisme schort het in Rheden, stelt voorzitter Henry Konijn van de stichting die zich landelijk hard maakt voor winkeliers (klein en groot) die niet zitten te wachten op meer koopzondagen. Die zijn volgens hem ook in Rheden volop present. „Voor verruiming van koopzondagen is hier geen draagvlak. Kleine zelfstandige winkeliers zijn straks de dupe. Door oneerlijke concurrentie zal hun omzet aanzienlijk achteruitgaan.”
Ook de advocaat van de stichting, mr. Rudolf van Binsbergen van Wille Donker Advocaten uit Alphen aan den Rijn, meent dat Rheden zich nauwelijks kan beroepen op een bijzondere toeristische aantrekkingskracht.„De gemeente wijst op evenementen, campings en attracties, maar die zijn tegenwoordig in alle gemeenten wel te vinden.”
Ook het stoomtreintje dat boemelt van Apeldoorn naar Dieren wordt door de gemeente aangedragen om de winkels alle zondagen te kunnen openen. Een farce, meent Van Binsbergen. „Die trein rijdt slechts enkele malen per jaar op zondag. En komt dan bovendien nooit verder dan Eerbeek.”
Ook betwist de advocaat of de bezoekers van de trekpleister die Rheden wél rijk is, de Posbank, wel zitten te wachten om na hun bezoek aan dit rust- en stiltegebied te gaan shoppen. „De wetgever noemt het minder voorstelbaar dat gemeenten in zo’n geval de winkels opengooien.”
Volgens Van Binsbergen heeft de gemeente Rheden zich bij haar besluit dan ook vooral laten leiden door de belangen van een vijftal supermarkten die graag op zondag open willen, uit vrees dat hun omzet weglekt naar Arnhemse supers die wel op zondag open mogen. „Een onevenwichtige afweging wanneer je bedenkt dat een wekelijkse koopzondag de meeste andere winkeliers vooral geld zal kosten.”
Nu de rechter zich volgende week donderdag voor het eerst zal buigt over de strengere Winkeltijdenwet is er volgens Van Binsbergen sprake van een duidelijke „testcase.” „Als de rechter ons in het gelijk stelt, geeft dat jurisprudentie voor vergelijkbare situaties in andere gemeenten.”