Hooggerechtshof steunt positieve discriminatie
Het Amerikaanse hooggerechtshof steunde maandag met vijf tegen vier stemmen het beginsel van positieve discriminatie (”affirmative action”) bij de toelating tot Amerikaanse universiteiten. Dit beginsel is bedoeld om vertegenwoordigers van minderheidsgroepen een betere kans op een hogere opleiding te geven.
Het hof sprak zich concreet uit over een klacht van drie blanke studenten die waren afgewezen door de juridische faculteit van de universiteit van Michigan. Zij beschuldigden de universiteit van discriminatie. Het hooggerechtshof gaf de studenten ongelijk. Het zegt dat de universiteit het recht heeft om de factor ras „mee te wegen” bij de toelating van studenten „zoals dat ook gebeurt met een aantal andere factoren.”
De uitspraak van het hof is een politieke nederlaag voor de Republikeinse president Bush. Die had zich voor het standpunt van de drie studenten uitgesproken. Het is overigens zeer ongebruikelijk dat een president zich uitspreekt over een kwestie die aan het hof wordt voorgelegd. De Democraten juichten de uitspraak van het hooggerechtshof toe. „Positieve discriminatie ten gunste van minderheden is legaal, en de poging van Bush om dit beginsel te ondermijnen, is duidelijk mislukt”, aldus senator Joseph Lieberman, een van de Democraten die het volgend jaar tijdens de verkiezingen wil opnemen tegen Bush.
Het hooggerechtshof gaf de universiteit van Michigan niet op alle punten gelijk. In sommige faculteiten krijgen vertegenwoordigers van minderheden automatisch hogere punten voor werkstukken. Dat is in strijd met de wet volgens het hof. „De factor ras mag worden meegewogen, maar mag niet automatisch leiden tot hogere waarderingen waardoor prestatievergelijking met andere onderwijsinstellingen moeilijker wordt”, zo schreef rechter Sandra O’Connor namens de meerderheid.
Presidente Mary Coleman van de universiteit van Michigan was opgelucht over de uitspraak van het hof. „Wij hebben nu een betere richtlijn ten aanzien van ”affirmative action” dan tevoren. De vorige uitspraak van het hof over deze kwestie -in 1978- hield een aantal aspecten nog erg vaag”, aldus Coleman.
Zij kreeg bijval van James Freedman, oud-president van de universiteit van Pennsylvania. „Tal van universiteiten, waaronder ook Harvard en Princeton, voeren eenzelfde beleid als Michigan, maar dat beleid steunde op een zwakke juridische basis. Daarin is nu verandering gekomen.”