„Indien gij niet gelooft 
dat Ik Die ben, gij zult in uw zonden sterven.”

Het was de Zoon van God Die zei: Ik zal zijn die Ik zijn zal, want de verlossing van Israël was slechts een beeld van de goede dingen die zouden komen.

Maar nu zegt Hij: Ik ben het; Hij Die zou komen. Hij van Wie jullie verwachten dat Hij de Messias is. Wat jullie willen dat Ik ben, dat bén Ik. Ik draag de naam Messias niet alleen, Ik noem Mij niet alleen maar zo, maar Ik bén het.

Het ware geloof vermaakt de ziel niet met alleen maar lege klanken; het vermaakt de ziel met het leerstuk van Christus’ middelaarschap, als iets dat wezenlijk is en ook gevolgen heeft.

Wat is het noodzakelijk dat we dat geloven. Als we dit geloof niet hebben, zullen we sterven in onze zonden, want zonder dit geloof kunnen we in ons leven niet gered worden van de macht van de zonde en daarom zullen we zeker in de zonde volharden tot het einde.

Alleen de leer van Christus’ genade is een reden die krachtig genoeg is en alleen de Geest van Christus’ genade kan een beginsel in ons werken dat krachtig genoeg is om ons van de zonde af te keren tot God.

Matthew Henry, predikant te Chester (Eng.) (”Roemen in het kruis”)