Commentaar: Jongere gediend met eerlijke, op de Bijbel gebaseerde antwoorden
”De kerk en jongeren” is een thema dat de gemoederen in de gereformeerde gezindte meer dan ooit bezighoudt. Daar is alle reden toe. Het is een groter wonder dat jongeren bij de kerk blijven dan dat ze die vaarwel zeggen. Dat ligt niet alleen aan de jongeren zelf. Ze zijn een product van hun opvoeding door volwassenen. Bovendien zijn de verleidingen om met de jongste zoon de wereld in te trekken niet eerder zo groot en dichtbij geweest als nu.
Ook in deze krant komt het thema gedurig aan de orde. Een columnist schrijft deze week bezorgd over het uit elkaar groeien van kerk en jeugd. In de wereld om jongeren heen verandert er van alles in snel tempo, in de kerk blijft alles bij het oude. Dat heeft voordelen –er is tenminste één solide rustpunt– maar de kloof tussen kerk en jongeren wordt daardoor wel groter.
Een andere columnist beschrijft een zondagse vakantie-ervaring in Frankrijk, waar jongeren uit de kerk, ook de protestantse, verdwenen lijken te zijn. Hij trekt de lijn door naar de kerk in Nederland, constateert verlegenheid bij volwassenen als het om het probleem van kerkverlating onder jongeren gaat en pleit voor moedige mensen die zich kwetsbaar durven op te stellen door écht naar jongeren te luisteren.
Om niet meer te noemen: een reformatorische econoom stelt, naar aanleiding van een boek dat hij schreef, fundamentele vragen bij het doorstuderen van jongeren in de gereformeerde gezindte. Studeer je voor jezelf of voor God? Waarom kiezen zo weinig jongeren voor een functie in het onderwijs, de zending of de kerk en zijn banen met een vorstelijk loonstrookje veel populairder? Hij ziet het materialisme onder reformatorische ouderen én jongeren als een van de boosdoeners. Het is misschien wel de grootste vijand van de kerk.
De zorg over kerkverlating onder jongeren leeft breed in de gereformeerde gezindte. Ook zijn velen het erover eens dat het een ingewikkeld probleem is waar niet zomaar één oplossing voor bestaat. Het gesprek erover wordt echter ernstig belemmerd door de kerkelijke verdeeldheid en verwarring in de reformatorische achterban. Veel jongeren lopen daarop stuk. Hun frustratie wordt gevoed doordat ze vinden dat in hun ogen middelmatige zaken worden verheven tot sjibbolets en het gesprek over wezenlijke zaken moeizaam verloopt of zelfs uit de weg wordt gegaan.
Jongeren van nu zijn niet geholpen met pasklare, clichématige antwoorden, vaak ook nog op vragen die ze niet stellen. Evenmin met de activistische oproep om de handen uit de geloofsmouwen te steken en voor God aan het werk te gaan. Ze zijn eerst gediend met een luisterend oor. Daarna is er ruimte voor eerlijke, op de Bijbel gebaseerde antwoorden. Die moeten wel gegeven worden, ook al gaan ze tegen eigen gekoesterde standpunten en dogma’s in.
Geen ouder houdt jongeren bij de kerk. Dat is het werk van de Heilige Geest. Dat besef maakt geen passieve mensen, maar leidt tot gebed. Om het met Visje, de christelijke variant van Loesje, te zeggen: Een probleem is nooit groter dan de afstand tussen je knieën en de grond.