Duitser wil ook fietsen en wandelen
Niet alle Duitse vakantiegangers rijden in één streep door Nederland op weg naar de kust. Bijna een kwart van de Duitse toeristen komt naar ons land om te wandelen en te fietsen.
Dat blijkt uit een onderzoek van het Gelders-Overijssels Bureau voor Toerisme (GOBT) in de aan Nederland grenzende deelstaten. Volgens het GOBT bewijzen de cijfers dat er aan de andere kant van de grens een enorme potentiële groeimarkt voor het toerisme ligt.
Vooral Duitse senioren bezoeken Nederland om een veilige en rustige bungalow- of kampeervakantie te houden in een omgeving waar zij naar hartelust kunnen wandelen en fietsen. Zeven procent van de Duitse gezinnen met jonge kinderen wil in Nederland een plattelandsvakantie houden.
Veel ondervraagden geven bovendien aan dat zij door de huidige economische en maatschappelijke situatie graag dicht bij huis met vakantie willen gaan.
Het GOBT heeft Europese subsidie gekregen om promotiemateriaal in de Duitse taal te ontwikkelen en tot 2005 een toeristische campagne in Duitsland op te zetten. Er komt onder meer een grensoverschrijdend boekings- en ticketbureau en er verschijnt een Duitstalig vaarboek.
Duitse vakantiegangers blijken namelijk ook graag over de Hollandse rivieren te varen met de motorboot, maar stellen daarbij heel andere eisen dan Nederlandse bootbezitters.