Saddam mogelijk bij aanval gedood
Amerikaanse militairen hebben vorige week in Irak raketten afgevuurd op een konvooi waarvan werd gedacht dat zich Saddam Hussein en zijn oudste zoon Uday erin bevonden. Amerikaanse deskundigen voeren DNA-tests uit op stoffelijke overschotten die in het konvooi zijn gevonden om na te gaan of de veronderstelling juist was. Dat heeft het Britse zondagsblad The Observer gemeld.
Volgens het blad kwamen de Amerikanen anderhalve week geleden in actie, nadat zij een telefoontje via de satelliet van Saddam of een van zijn zoons hadden onderschept. Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft geen melding gemaakt van de beschieting, waarbij militairen waren betrokken die rond de stad Ramadi, ruim 100 kilometer ten westen van Bagdad, zijn gelegerd. Officieren van het 3e Regiment Pantsercavalerie in Irak zeiden gisteren tegen het persbureau The Associated Press ook niets van een dergelijke schietpartij te weten.
Zaterdag meldde de Amerikaanse krant The New York Times dat Saddam met Uday en zijn andere zoon, Qusay, naar Syrië zou zijn gevlucht. De privé-secretaris van de verdreven Iraakse leider, Abdel Hamid Mahmoud al-Tikriti, zou dat na zijn arrestatie enkele dagen geleden tegen zijn Amerikaanse ondervragers hebben gezegd.
De Jordaanse koning Abdullah heeft gisteren voor de Amerikaanse televisie gezegd dat Saddam en een van of wellicht allebei zijn zonen nog in leven zijn. Abdullah zei dat Saddam volgens sommige berichten het door stammen beheerste noordwesten van Irak doorkruist in taxi’s en pick-ups. De Jordaanse koning zei dat de angst van het Iraakse volk dat Saddam nog in leven zou zijn en ooit terugkeert niet onderschat mag worden.
The Washington Post meldde gisteren dat gewapende leden van de Ba’ath-partij van Saddam Hussein en leden van zijn veiligheidsdiensten het bondgenootschap Awdah (Terugkeer) hebben gevormd om tegen de Amerikaanse troepen te vechten.
Volgens The Washington Post zat de groepering achter de recente aanslagen in Irak op Amerikanen. Amerikaanse functionarissen zeiden tegen de krant dat Irakezen die aan het eind van de oorlog tegen de Amerikaans-Britse coalitie over geld, wapens en andere middelen beschikten, Awdah hebben opgezet. De groepering zou haar basis hebben in een dorp in Centraal-Irak, waar veel soennieten wonen.
The Washington Post berichtte dat medewerkers van veiligheidsdiensten, de geheime politie en leden van de Ba’ath-partij nog altijd in contact met elkaar staan. De Amerikaanse bevelhebber majoor-generaal Odierno van de 4e Infanterie Divisie noemde de aanvallen van Awdah op Amerikaanse doelen „militair onbeduidend.”
Een aanslag op een gaspijpleiding in Centraal-Irak heeft gisteren een grote brand veroorzaakt. Saboteurs bliezen de pijpleiding circa 140 kilometer ten noordwesten van Bagdad op. De brand woedt bij de plaats Hit. Rond dezelfde plaats is een Amerikaans legervoertuig op een mijn gereden, zo meldde een Amerikaanse woordvoerder. Twee Amerikaanse militairen raakten gewond.
Enkele dagen geleden werd een oliepijpleiding in het noorden van Irak beschadigd als gevolg van sabotage. Volgens de directeur van de grootste raffinaderij van Bagdad, al-Doura, zijn de aanslagen door dezelfde groepering uitgevoerd. „Er zijn veel overeenkomsten.”