Bof is geen kinderziekte meer
UTRECHT (ANP) – Dat kinderen de bof krijgen komt tegenwoordig nog maar zelden voor, maar de ziekte duikt wel steeds vaker op bij tieners en twintigers. De complicaties zijn daarmee ook van een andere aard.
Bij 12 procent van de volwassen mannen die op latere leeftijd de bof krijgen, gaat dat gepaard met een testikelontsteking. Kinderen die de bof krijgen, hebben daar geen last van. Dit komt namelijk alleen voor na de puberteit. Dat zei maandag arts-epidemioloog Susan Hahné van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
De studenten van nu vormen de eerste groep die geen bofepidemie hebben meegemaakt in hun kindertijd. Dat komt doordat het vaccin in Nederland in 1987 werd ingevoerd. Omdat ze de ziekte niet als kind hebben gehad en omdat het vaccin na al die jaren enigszins lijkt uitgewerkt, zijn sommigen van hen vatbaar voor het virus.
Onderzoekers van het RIVM gaan samen met GGD’s en ziekenhuizen meer onderzoek doen naar de verspreiding en de gevolgen van bof. Afhankelijk van de onderzoeksresultaten wordt mogelijk besloten tot een extra prik of tot een ander vaccin.
De meeste jongeren worden niet heel ziek van de bof. „De meeste studenten die de bof hebben, gaan er niet eens mee naar de huisarts”, aldus Hahné. „Zeker als ze zijn ingeënt, is de kans op complicaties klein.”
Via de GGD’s worden studenten regelmatig aangespoord om zich te laten inenten, maar de opkomst is gering. „Ze zijn blijkbaar niet zo onder de indruk van de bof. En ze moeten het vaccin deels zelf betalen, dat kan ook meespelen”, aldus Hahné.
De bof is niet dodelijk, maar kan bij mannen in zeldzame gevallen tot onvruchtbaarheid leiden. Meisjes kunnen eierstokontsteking oplopen. De bof kenmerkt zich door koorts en opgezwollen wangen. Het virus wordt overgebracht door hoesten, niezen en speekseluitwisseling. Rond de introductieweken van de universiteiten is daarom de kans op nieuwe besmettingen groter.