Het zijn kleurige vrachtwagentjes die door een luikje voedsel als taco’s, Indiase curry of cupcakes serveren. „In 2009 waren het een paar wagens en dit jaar groeit het aantal sterk”, zegt Mike Lenard van de DC Food Truck Association, een belangengroep waarvan inmiddels 25 wagens in de hoofdstad Washington lid zijn.

Op een zonnige dag in juli staat Kevin Sizemore met zijn op maat gemaakte blauwe That Cheesecake Truck op Farragut Square, vlak bij het Witte Huis. Voor 4 dollar verkoopt hij kwarktaart. Naast hem staan vijf concurrenten die onder meer taco’s en pizza’s verkopen. Lange rijen met wachtend kantoorpersoneel staan voor de open luiken.

De klanten houden van variatie: „Iedere dag zie je hier andere trucks en dus een ander aanbod. Zo bieden we meer variatie dan de grote koffie- en broodjesketens”, zegt Sizemore. De wagens maken gebruik van Twitter en de site foodtruckfiesta.com om hun klanten te vertellen waar ze staan.

De nieuwe sector pakt klanten af van duurdere restaurants en houdt parkeerplaatsen bezet. Sizemore vult keurig de meter, maar eigenlijk zou hij net als de ijscokar na een korte stop voor het bedienen van klanten verder moeten rijden. Diverse Amerikaanse steden worstelen met het fenomeen en maken regels, zoals een verplichte afstand tot restaurants. In Washington ligt een voorstel op tafel om voedseltrucks aan bepaalde gebieden toe te wijzen. Mike Lenard: „Dat willen we niet, we willen zelf bepalen waar en wanneer we staan, zonder beperking.”

De klanten eten ondertussen rustig verder. Braziliaan Kurt Morriesen eet rode curry met rijst, kikkererwten en gestampte pompoen. Dat kost 9 dollar, minder dan in de naburige restaurants. „Het is geen haute cuisine, maar goed voor die prijs. Je betaalt ook meer voor de unieke ervaring: het parkje, de mensen om je heen, de zon. Dit is perfect voor de zomer.”