Zo’n vijftig jongeren, waarschijnlijk leden van extremistische groepen uit Servië, staken de grenspost Jarinje in brand. Op rechtstreekse beelden die het journaal van de Servische televisie (RTS) vertoonde, was te zien hoe de grenspost en het naastgelegen douanekantoor in vlammen opgingen.

Serviërs uit de Noord-Kosovaarse stad Kosovska Mitrovica, die al twee dagen bij de grenspost demonstreren tegen de aanwezigheid van speciale eenheden van de Kosovaarse politie, probeerden zonder succes de jongeren tegen te houden. Met een bulldozer maakten de extremisten de brandende gebouwen met de grond gelijk.

Ook de grenspost Brnjak werd door brand verwoest. De spanningen aan de grens liepen eerder deze week op toen de Kosovaarse speciale politie de controle over beide grensposten met Servië probeerde over te nemen. Dat leidde tot gevechten met lokale Serviërs. Een Kosovaarse agent kwam daarbij om. De internationale troepenmacht KFOR heeft manschappen gestuurd om de orde te herstellen.

De krant Blic meldde woensdagavond dat jongeren ook geprobeerd hebben een basis van KFOR in Noord-Kosovo in brand te steken. Met schoten in de lucht hebben KFOR-militairen de jongeren verdreven. Boven het gebied hangen dikke rookwolken en helikopters houden de ontwikkelingen op de grond in de gaten.

Kosovo is een door een meerderheid van Albanezen bewoonde voormalige provincie van Servië die zich in 2008 onafhankelijk verklaarde. Die onafhankelijkheid wordt door het voormalige moederland niet erkend. Het aan Servië grenzende noordelijke deel van Kosovo rond Mitrovica wordt hoofdzakelijk door Serviërs bewoond. Zij verzetten zich heftig tegen elke poging van de regering in de hoofdstad Pristina om het gebied onder haar controle te brengen. De Servische president Boris Tadic riep woensdagavond op tot kalmte.