Koningin kan de Alouette niet missen
Dat de Koninklijke Luchtmacht dit jaar een jubileum viert, is niet aan de open dagen af te zien. Het moet allemaal een tandje minder. Maar blijf af van de Alouettes. Die kan de Koningin niet missen.
Honderd jaar luchtvaart, 90 jaar luchtmacht en 50 jaar Koninklijk. De luchtmacht heeft dit jaar wat te vieren. Maar om te zeggen dat de jaarlijkse open dagen nou extra zijn aangekleed, nee.
Natuurlijk zijn er op de vliegbasis Twenthe zaterdag, evenals vrijdag, tientallen vliegtuigen op de grond en in de lucht te zien. Teams als de Britse Red Arrows en Frecce Tricolori uit Italië stelen de show. Tijdens een zogenaamde Airpower Demo komt alles wat vliegt van de luchtmacht zelf voorbij.
Bezuinigingen hangen in de lucht. Defensie moet flink snoeien en daarbij wordt de luchtmacht niet ontzien. Het bericht uit deze krant dat de vliegbasis Soesterberg -nota bene de bakermat van de luchtmacht- mogelijk in handen komt van de landmacht, verontrust de mannen in het blauw.
Bevelhebber Dick Berlijn zegt het in een brochure zo: „De uitdaging in de komende jaren is met minder budget toch blijven voldoen aan de vraag naar hoogwaardige inzet van onze mensen en middelen.” In de bezuinigingsplannen is de rol van de bevelhebber al weggesneden.
Onder het vorige kabinet sneuvelden de Bölkow-helikopters. Afgelopen januari werd „met bloedend hart” afscheid genomen van het 299-squadron. Volgende prooi zou wel eens het kwartet Alouette-helikopters kunnen zijn. De stokoude toestellen functioneren weliswaar nog prima maar er moet gesneden worden.
„Dat vindt de Koningin vast niet goed”, reageert luitenant-kolonel Ed Roelofs vlak voordat we met de A301, een van de vier nog in dienst zijnde Alouettes, vanaf Twenthe het luchtruim kiezen. „Majesteit vliegt altijd met deze heli’s. Ze vindt het prettig.”
Roelofs, werkzaam op de afdeling helikopteroperaties van de luchtmachtstaf, zegt door te willen met de Alouettes. „Ze zijn belangrijk voor de kleine dingen. Vervoer van een generaal, het maken van foto’s. Voor de Koningin is er bovendien geen alternatief. Of ze moet een burgertoestel inhuren. Maar wil de luchtmacht dat?”
Volgens Roelofs houdt de Koningin van de kleine helikopters. Ze zit altijd op een vaste plaats, links voorin. Gemak dient de mens, en zeker de Koningin. „Wij kunnen in de voortuin van Huis ten Bosch landen. Majesteit wordt voor de deur opgepikt. Dat zie ik een Cougar nog niet doen.”
Even later hangen we boven de weilanden. Koeien stuiven weg. Vanuit de hevig wiebelende wentelwiek („dat komt door de wind”) is er prima zicht op de omgeving. De cockpit is haast een glazen bol. Goed is te zien hoe de weilanden rond de vliegbasis vol staan met heilige koeien.
Vanuit de lucht valt op de basis de lange rij voor de Uiver op. Het is de enige vliegende DC-3 Dakota ter wereld. Daarvoor willen mensen best even in de rij staan. Roelofs trekt zijn toestel in een scherpe bocht. „Eigenlijk is dit de Dakota onder de helikopters”, lacht hij.
Terug op de grond is het druk bij de stands met petjes, boeken en emblemen. Zaterdag zit tussen al die prullaria Herman van Heuvelen. Op de stand van de MAF-zendingsvliegers signeert hij zijn boek ”F-16 piloot met een nieuwe missie”. Van Heuvelen verwisselde de knuppel van het supersonische gevechtsvliegtuig voor het stuurwiel van kleine zendingsvliegtuigen. En daar heeft hij geen spijt van.