Dat hebben juridische experts vrijdag gezegd. Bewijs van Milosevic’ betrokkenheid bij Srebrenica zou de getuigenissen van de Joegoslavische ex-president Zoran Lilic voor het tribunaal eerder deze week weerspreken.

Het mogelijke bewijs tegen Milosevic bestaat uit een document waarin een Servische politie-eenheid het bevel krijgt samen met zes Bosnisch-Servische eenheden op te trekken naar Srebrenica om „de vijand te vernietigen.” Het document, dat dateert van een dag voor de val van de moslimenclave, is ondertekend door de Bosnisch-Servische politiechef Tomislav Kovac en geschreven op papier van het Bosnisch-Servische ministerie van Binnenlandse Zaken. Maar de Servische politie-eenheid viel destijds onder het gezag van de toenmalige Servische president Milosevic.

Milosevic heeft altijd ontkend iets met de genocide bij Srebrenica te maken te hebben gehad of er zelfs maar van te hebben geweten.

„Dit is erg belangrijk, het is het eerste bewijsstuk voor de aanwezigheid van Servische politietroepen in Srebrenica”, zei Judith Armatta van de in Washington gevestigde Coalitie voor Internationale Gerechtigheid, die de rechtszaak tegen Milosevic volgt. „Maar het valt nog te bezien of deze troepen echt iets met de moorden te maken hebben.”

De aanklagers van het Joegoslavië-tribunaal zien het document naar eigen zeggen slechts als een onderdeel van de bewijsvoering tegen Milosevic. Om Milosevic daadwerkelijk veroordeeld te krijgen voor betrokkenheid bij de volkerenmoord op moslimmannen uit Srebrenica, hebben de aanklagers hard bewijs nodig dat de toenmalige Servische president er zijn eigen troepen opdracht toe gaf of de Bosnische Serviërs ertoe aanzette.