Kasten met oude vroomheid
G. M. van Zuijlen uit Katwijk spaart prekenboeken van dominees. Op markten snuffelt hij in dozen, op zoek naar ontbrekende brochures.
Oudejaarsavond, Katwijk aan Zee. In het zwart geklede mannen en vrouwen lopen naar de kerk. De vrouwen dragen witte kapjes. Door de ramen valt het licht van de kroonluchters. Boven de zee hangen grote grijze wolkpartijen. Het schilderij van Albert Wessels in de woonkamer van G. M. van Zuijlen (58) past bij zijn boekenverzameling. Van Zuijlen spaart álle publicaties van predikanten uit de Oud Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. „Weet je wat het is”, zegt mevrouw Van Zuijlen. „Het sluipt erin, hè. Een uit de hand gelopen hobby.” Glimlachend: „Dat heb je met alle verzamelaars: op een gegeven moment kunnen ze ervoor in therapie.” Van Zuijlen: „Ik ben breed georiënteerd. Elke keer kom ik weer een stapje verder.”
Tot voor kort werkte hij „in de bloemen”, maar het bedrijf is failliet gegaan, zodat Van Zuijlen zijn baan verloor. „Het is nu alle hens aan dek. De oude boeken heb ik bijna allemaal, maar de nieuwe wil je ook kopen en die kosten algauw 25 euro. Maar ik ben pas jarig geweest, dat scheelt. De boekenbonnen liggen er nog.”
Van Zuijlen is ouderling in de gereformeerde gemeente van Katwijk. Hij verzamelt nu zo’n kleine zes jaar. Altijd als hij op pad gaat, draagt hij een lijstje met titels bij zich – titels die hij nog niet in bezit heeft. De gemeente heeft geen predikant, dus worden er preken gelezen. „Ik moest daarvoor naar de consistorie. Hoewel de consistorie maar vijf minuten hiervandaan is, vond ik het toch wel handig om zelf de boeken bij de hand te hebben. Dan kun je op je gemak thuis kijken welke preek je op zondag gaat lezen in de kerk. Daarom ben ik de boeken gaan verzamelen.”
Intussen heeft de Katwijkse verzamelaar een collectie die er mag zijn: prekenboeken, brochures, tijdredes, herdenkingsboeken, pamfletten. Hoeveel het er zijn, weet hij niet precies. Het gaat om tientallen meters. Hij staat op van zijn stoel. „Dít boek heeft me enorm geholpen bij mijn zoektocht.” Van Zuijlen haalt ”Predikanten en oefenaars” uit de kast: een naslagwerk met uitputtende informatie over dominees en voorgangers. „Neem als voorbeeld ds. Th. van Stuijvenberg. Wat zou hij hebben geschreven? Kijk maar hier: ”Sions Koning, Sions onderdanen”, Biggekerke, 1979; ”Uw trouw is groot. Tien preken”, Houten, 1999; een preek in de bundel ”Gedenkt uwer voorgangeren”, enzovoort. Op die manier kom ik aan mijn informatie.”
Van Zuijlen haalt een stapel boeken boven in de kast weg. En daar komen alle brochures van ds. G. H. Kersten tevoorschijn. „De eerste preek die van hem is uitgegeven in Yerseke heb ik zelfs dubbel.” Het draagt de titel: ”God vaart op met gejuich. Leerrede over psalm 47:6. Ds. G. H. Kersten, dienaar des Goddelijken Woords bij de geref. gemeente onder ’t kruis te Rotterdam. Uitgesproken Hemelvaartsdag 1907”. In de preek staat Kersten stil bij „I. Den verheven Persoon, Die opvoer. II. Het volheerlijke werk, Hem toegeschreven, en III. De eindelooze vreugde, die in dat werk Hem vergezelde, om daarna met een woord van toepassing te eindigen.”
De ouderling struint veel boekenmarkten „van onze richting” af. Snuffelend in dozen en manden treft hij zeldzame brochures en boeken aan. Zoals een lezing van ds. G. H. Kersten, honderd jaar geleden in Krabbendijke. Of een „onbekend werkje” van ds. Karens. Van Zuijlen doelt op een boek dat werd aangeboden door de kerkenraad van de gereformeerde gemeente te Werkendam ter gelegenheid van het 12,5 jarig ambtsjubileum van ds. M. Karens. „Ik wist dat niet, maar zag het boek in De Saambinder bij de aankondigingen. Dan bel ik op, en zo krijg ik het in mijn bezit.”
Van Zuijlen leest de boeken zelf ook weer na om nieuwe titels op het spoor te komen. Zo kreeg hij het herdenkingsboek binnen van de gereformeerde gemeente van Benthuizen. „Ik las daarin dat bij de uitbreiding van het kerkgebouw in 1937 ds. A. van Stuijvenberg een rede heeft uitgesproken. Toen dacht ik: Hé, die rede heb ik niet. Ik heb heel wat afgebeld. Ds. Golverdingen, ds. De Heer, ds. Schipper – niemand heeft het, en het moet er wel zijn. Ik heb gebeld met een oud-lid van de gemeente Benthuizen dat nog door ds. Van Stuijvenberg is gedoopt. Ik heb gebeld met de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam. Maar het boek is niet boven water gekomen. U begrijpt wel dat als er een boekenmarkt is, ik daar heel goed rondkijk.”
Van Zuijlen spaart vooral auteurs waar hij zich geestelijk mee verwant voelt. Dat betekent voor hem: publicaties uit de Gereformeerde Gemeenten, uit de Oud Gereformeerde Gemeenten en uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. „Als we zelf geen kerk hebben, ben ik bij de gereformeerde gemeente in Nederland te vinden”, zegt hij. „En dat ik ook de oud gereformeerde boeken verzamel, is door ds. Smits gekomen. Als jongeman leerde ik hem kennen, ds. Smits ging ook in Katwijk voor. Toen ben ik ook andere predikanten gaan lezen, zoals ds. Joh. van de Poel.”
Wat Van Zuijlen aanspreekt in ds. Smits is diens „vrije trant van preken” en de „gezelschapstaal” die deze bezigt. „In de Gereformeerde Gemeenten heb je dat minder. Ik ben zelf een man van het gezelschapsleven, ziet u. Jarenlang bezocht ik enkele gezelschappen, eerst in Ter Aar, later in Bodegraven.” Boeken van hervormd-gereformeerde broeders heeft Van Zuijlen nauwelijks. „Ik heb één hervormde predikant: ds. Dorsman. En ik weet dat ook ds. I. Kievit veel invloed heeft gehad in de Gereformeerde Gemeenten. Misschien dat ik van hem nog eens wat ga aanleggen.”
Op de eerste verdieping staan de christelijke gereformeerde predikanten: ds. Sneep, ds. Smit, ds. Bakker, ds. Groen, ds. Laman. „Elk boek lees ik uit, of ik het mooi vind of niet. Daarbij lees ik om en om: een prekenboek, een levensbeschrijving, een prekenboek, een levensbeschrijving. Je kunt niet alleen preken lezen.” Op de CGK-kast prijkt een buste van Johann Sebastian Bach. „Die is van mijn vrouw.” Eens in de twee maanden gaat Van Zuijlen langs boekhandels. „Boekhandel De Roo in Zwijndrecht is voor mij het belangrijkst, maar ook de boekhandels Koster in Barneveld en Den Hertog in Houten.”
De ouderling van de gereformeerde gemeente in Katwijk heeft ingezien dat het verzamelen wat te ver ging. „Iemand zei: Als nu eens alles verbrandt? Dan heb je niets meer. En dat is ook zo. Tegelijk zeg ik: Als het verzamelen maar dienstbaar mag zijn aan de gemeente. Het zijn geen voetbalplaatjes die je spaart.”
„Mijn hart klopt voor u allen in liefde”
Vijf opvallende brochures en boeken uit de collectie van G. M. van Zuijlen uit Katwijk.
Een eerste bijzondere titel die de Katwijkse verzamelaar G.M. van Zuijlen noemt is de brochure: ”Ds. van den Broek en de gemeente van Enkhuizen.” „Ds. Johan Willem van den Broek was een kruisdominee uit de negentiende eeuw”, legt Van Zuijlen uit. „Hij werd geboren in 1820 in Schiedam. Rond 1860 kreeg hij een leiddinggevende rol op een gezelschap in Rotterdam. In 1866 voelde hij zich geroepen tot het ambt van predikant. In die tijd had hij een winkeltje in kruidenierswaren. Goes was de eerste gemeente die hem beriep. Korte tijd later ging hij naar de kruisgemeente van Enkhuizen.”
In de brochure wordt verslag gedaan van de bekering van Van den Broek. Het boekje is na zijn overlijden uitgegeven en opgesteld in de vorm van een samenspraak: een „afgeluisterd gesprek” tussen een vrouw en haar dominee.
„VROUW: Ja Dominee, toen ik u voor het eerst hoorde preken, was het eerste woord dat mijn hart trof, dit: dat het er voor ons zo juist niet op aan komt te weten of wij de HEERE JEZUS liefhebben, als wel te weten of we door HEM geliefd en bemind worden. Want ik had van tijd tot tijd zo vele liefdesuitgangen tot de HEERE JEZUS gehad, dat het voor mij een hele slag was. Maar toen u het duidelijk maakte, zoals de apostel zegt: we hebben HEM lief, omdat HIJ ons eerst heeft liefgehad, toen viel daar veel van weg, want dat geloof ik ook wel.
DOMINEE: Welzeker, vrouw! Kom, dat zal ik u nog eens met een natuurlijk beeld duidelijk maken. Wanneer een jongeling verliefd wordt op een meisje, wat is dan zijn eerste werk? Natuurlijk dit: dat hij tracht te weten te komen of het voorwerp, dat zijn liefde uitmaakt, wel liefde tot hem heeft. Wat zal het hem anders baten liefde tot haar te hebben? Dat kan hem toch nooit tot grond zijn, haar eenmaal te zullen bezitten. Nu, zo is dat ook in het geestelijke. Het zal er maar op aan komen te weten of wij het voorwerp ZIJNER liefde waarlijk zijn, en dat nu kan men nooit te weten komen, dan door persoonlijke kennismaking. En hoe is dat nu met u vrouwtje?
VROUW: Ja Dominee, de lust en de keus mijns harten ligt er wel heen de HEERE te dienen.
DOMINEE: Zo, en heeft u daar nogal rust op en vrede voor uw hart mede? Mij dunkt, dat kan toch nooit genoegzame grond voor de eeuwigheid zijn?”
„Uiterst zeldzaam” noemt Van Zuijlen de brochure ”Ter gedachtenis 1912 1937; 25-jarig ambtsjubileum van ds. C. de Jonge”. Ds. De Jonge werd in 1854 geboren in een arm gezin in Tholen, licht Van Zuijlen toe. „Op achtjarige leeftijd moest hij al meewerken om de kost te verdienen. Na zijn huwelijk in 1875 verhuisde hij van Sint Philipsland naar Den Haag. Door een voorbijgaande begrafenisstoet werd hij stilgezet op zijn levensweg. Hij werd predikant in een vrije oud gereformeerde gemeente.” Van Zuijlen noemt De Jonge „een krachtig figuur die zich niet van zijn standpunt liet afbrengen. Daarom was hij ook niet gemakkelijk in de omgang.”
In de brochure is een toespraak aan zijn catechisanten opgenomen:
„Beste jongens en meisjes. Welk een blijde dagen ook voor u allen, dat uw leraar thans 25 jaar door den HEERE in het midden der gemeente gesteld is. Het gebeurt wel meer dat een dominee 25 jaar in een gemeente is. Doch ge weet wel, in onze gemeenten worden de meeste eerst op lateren leeftijd predikant. 57 jaar was uw dominee, toen hij in Kampen bevestigd werd na vooraf geordend te zijn. En nu na 25 jaar moogt ook gij allen er getuige van zijn dat de HEERE hem nog genade en eere komt te geven. De meesten van u zijn nog door hem gedoopt, daarom is het voor u allen zoo bijzonder, want hij heeft u zien opgroeien. Hij zag u als kind in uw wiegje liggen, hij stond bij ziekte aan uw legersponde. Al is hij oud in jaren, zijn hart is jong gebleven, het klopt voor u allen in liefde om ook de leer der waarheid u bekend te maken en zoo mogelijk u tot JEZUS te leiden. Dikwerf als gij slaapt, is hij wakker en in de gebede voor u allen of de HEERE u bekeren mocht. Dat de HEERE hem nog lang voor u moge sparen als het ZIJN wil is en geve HIJ u steeds de lust om het onderwijs uit den mond van uw ouden dominee te beluisteren en zegene de HEERE het aan uw aller hart. Verblijdt u met hem en zingt: Want ons God is vriendelijk en goed/ een Zon en Schild tot ons behoed.”
Al bijna even zeldzaam zijn de vier brochures van wijlen ds. C. Densel, eerst kapper, en sinds 1895 oefenaar. Densel was ook predikant in Lemmer, Vlaardingen en in Passaic (Amerika).
Soms worden boeken op beperkte schaal uitgegeven. Dat is het geval met de toespraken die zijn gehouden bij de begrafenis op 13 november 1967 van G. C. van Haaren, de vader van ds. J. van Haaren. Ook publicaties bij een verbouwing of een nieuw kerkgebouw verschijnen vaak in kleine oplage. Zo bezit Van Zuijlen zes preken van ds. D. Monster, uitgegeven door de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te Barneveld in 1995.
Dit is het tweede deel van een serie over verzamelaars van boeken. Over twee weken deel 3.