Turkse president bespreekt in Krim lot Tartaren
De Turkse president Ahmed Necdet Sezer is vrijdag aangekomen in Simferopol. Hij gaat in de hoofdstad van het Oekraïense schiereiland Krim besprekingen voeren over verbetering van de levensomstandigheden van de ongeveer 240.000 Tartaren die daar sinds de val van de Sowjet-Unie in 1991 zijn teruggekeerd.
Sezer zal onder anderen de parlementsvoorzitter en regeringsleider van de autonome republiek spreken en de leider van de Tartaarse gemeenschap op de Krim. De islamitische Krim-Tartaren vormen een belangrijke minderheid op het schiereiland. Zij spreken een taal die is afgeleid van het Turks. Volgens diverse schattingen wonen 3 tot 6 miljoen Tartaren tegenwoordig in Turkije.
De Krim van de Tartaren stond sinds de vijftiende eeuw onder Ottomaanse heerschappij. Rusland annexeerde het schiereiland in 1783. In 1954 werd het bij de toenmalige sovjetrepubliek Oekraïne gevoegd. Tien jaar daarvoor, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, had Stalin de Krim-Tartaren naar Centraal-Azië en Siberië verbannen.
„Wij steunen het beleid van Oekraïne ten opzichte van de Krim-Tartaren die op de grond van hun voorouders terugkeren. Wij zullen hen blijven helpen”, zei Sezer vrijdag tegen de pers. In 1993 heeft de Turkse regering toegezegd duizend woningen te bouwen voor de Krim-Tartaren, die op de Krim vooral op het platteland of in buitenwijken wonen waar vaak geen water- en energievoorziening is. Turkije heeft daarom sinds 1998 al 3,45 miljoen euro gestort voor voorzieningen in de dorpen waar de terugkeerders wonen.
