Meerderheid steunt inzet kabinet bij eurotop
DEN HAAG (ANP) – Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer steunt de inzet van het kabinet op de eurotop in Brussel donderdagmiddag. Die moet het noodlijdende Griekenland redden met een nieuwe lening van 90 miljard euro en tegelijk de eurolanden behoeden voor het uit de hand lopen van de schuldencrisis.
De regeringspartijen VVD en CDA en de oppositiepartijen PvdA, GroenLinks, D66 en de SGP staan achter het kabinet. Gedoogpartij PVV en de oppositiepartijen SP, ChristenUnie en de Partij voor de Dieren doen dat niet.
De financieel specialisten in de Kamer waren donderdag teruggekomen van reces voor een debat met minister Jan Kees de Jager van Financiën. Dat vond plaats in de uren voordat de regeringsleiders van de 17 eurolanden, onder wie premier Mark Rutte, in Brussel rond de tafel gingen.
De Jager belde Rutte meteen na het debat om te zeggen dat hij „het mandaat heeft om onder strenge voorwaarden in te stemmen” met een reddingsplan voor Griekenland. „We zullen deze crisis weten te temmen, maar dat gebeurt niet in één dag”, zei De Jager na het telefoontje tegen journalisten.
In het debat was De Jager vooral positief over de beweging in het Franse kamp. Parijs zou niet langer tegen een substantiële bijdrage van banken, verzekeraars en pensioenfondsen bij de redding van Griekenland zijn en ook accepteren dat Griekenland mogelijk tijdelijk de status van wanbetaler krijgt.
Dat dat gebeurt, is volgens De Jager „mogelijk niet te vermijden”. Die periode kan kort zijn: mogelijk uren, uiterlijk weken. In die periode moeten de eurolanden de Europese Centrale Bank extra garanties geven.
De Jager gaf aan dat Frankrijk is opgeschoven in de richting van Duitsland en Nederland, die een bijdrage van de private sector eisten. Wat De Jager betreft moeten de banken 20 tot 30 procent van de nieuwe lening van rond de 90 miljard euro opbrengen.
Daarvoor zijn drie opties uitgewerkt. De banken kunnen bestaande Griekse obligaties omruilen voor nieuwe met een langere looptijd of kunnen ze omruilen met een zelfde looptijd maar met kwijtschelding van een deel van de hoofdsom. De derde optie is dat de Griekse overheid de obligaties zelf terugkoopt met hulp van het Europese noodfonds.