„De conclusie is dezelfde als die de familie Allende al eerder had getrokken”, aldus Isabel Allende. Op 11 september 1973 schoot haar vader zichzelf dood in het presidentieel paleis, dat werd belaagd door militairen. De linkse Allende was in 1970 gekozen tot president en stierf op 65-jarige leeftijd. Daarna greep generaal Augusto Pinochet de macht.

In de afgelopen decennia bleken geruchten over de dood van Allende hardnekkig, mede doordat het wapen en de kogels verdwenen na de gewelddadige dood van de president. De familie kreeg het stoffelijk overschot ook nooit te zien en het overlijden van Allende werd ten tijde van de militaire dictatuur in Chili nooit onderzocht. De Cubaanse leider Fidel Castro en andere linkse politici stelden dat Allende was vermoord. De fatale kogel zou afkomstig zijn geweest uit een geweer dat Castro aan Allende had gegeven.

Aanhangers van Allende en diens familie gingen ervan uit dat de president de hand aan zichzelf sloeg om zich de vernedering te besparen dat hij in handen van het leger zou vallen. Allende was op de dag van zijn dood gewaarschuwd voor de aanstaande staatsgreep. De president arriveerde bij La Moneda, zijn werkpaleis, in een maatpak. Hij droeg volgens getuigen ook een helm en een geweer en zou hebben gezegd dat hij het verzet tegen de coupplegers wilde coördineren.

Het leger bombardeerde het paleis vanuit tanks en gevechtsvliegtuigen. Allende was bij lange na niet het enige slachtoffer van Pinochet en zijn handlangers. Meer dan 3100 mensen werden gedood of verdwenen door toedoen van het dictatoriale bewind.