Ook op vakantie roept soms de politieke plicht
DEN HAAG – Het Kamerreces was al langer begonnen en sinds een week zit ook de laatste ministerraad erop. Politici kunnen het werk even het werk laten. Maar toch niet helemaal.
Soms gaat het in vakantietijd helemaal mis. Zo zal oud-PvdA-voorzitter Sint nog wel eens terugdenken aan haar fietsvakantie in de zomer van 1991. Terwijl de onrust binnen de PvdA over de door het kabinet-Lubbers/Kok voorgenomen ingreep in de WAO het kookpunt bereikte, fietste zij over de Gran Paradiso, een beroemde berg in het Italiaanse Toscane.
In Nederland kwam vicepremier en partijleider Kok steeds zwaarder onder vuur te liggen. Aller ogen richtten zich dan ook op de partijleider, die in tijden van crisis wordt geacht de regisseur van het interne partijdebat te zijn.
Wie er ook bereikbaar was, niet de rondtrekkende Sint. Gevolg: eenmaal terug werd zij verantwoordelijk gehouden voor de crisis waardoor Kok zware averij opliep. Na een uitbrander van PvdA-Tweede Kamerlid Middel was er geen houden meer aan. „Sint had Kok uit de wind moeten houden. Ik val haar aan, want zij heeft als lid van de partijleiding de plicht haar politieke leider af te dekken”, liet hij in een weekblad optreden. Sint trad af.
„Een vermijdbare misser”, analyseert Chris Aalberts, docent nieuwe media en politiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. „Met een adviseur die haar vooraf had gewaarschuwd goed bereikbaar te blijven, was dit te voorkomen geweest.” Ministers ziet Aalberts minder snel in een vergelijkbaar debacle verzeild raken. „Zij hebben doorgaans geroutineerde, persoonlijke assistenten tot hun beschikking.” Hoewel, „ook ministers kunnen verrast worden door wat ze in hun vakantietijd deden of juist nalieten”, vult hij aan.
Hij verwijst naar wat toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Remkes in 2005 overkwam. Hij bracht de kerstvakantie door op het eiland Koh Samui in Zuid-Thailand en weigerde het zuidelijker gelegen toeristenoord Phuket te bezoeken, dat juist was getroffen door een tsunami. „Ik had me een andere opstelling kunnen indenken”, merkte VVD-Tweede Kamerlid Van Baalen bestraffend op.
Vorig jaar nog spuwden de Kamerleden Samson en Van Gent via Twitter hun gal over demissionair minister Huizinga. Zij moest haar vakantie in Italië onverwacht onderbreken, om aanwezig te kunnen zijn bij de begrotingsbehandeling van haar departement die vanwege de kabinetsformatie was verplaatst. Huizinga koos een privétoestel en werd bekritiseerd vanwege de extra kosten die dat meebracht. Uiteindelijk koos ze ervoor de reis zelf te betalen. „Om te voorkomen dat er een negatief beeld aan het kabinet en mijn partij blijft kleven”, stelde ze in een verklaring.
Als politicus met vakantie gaan en dat later moeten bezuren, is van alle tijden, onderstreept Aalberts. Hij haalt oud-CDA-minister Van Agt aan, die in oktober 1976 een korte herfstvakantie naar Roemenië liet doorgaan, hoewel een topambtenaar kort daarvoor een mapje op zijn bureau legde over de ophanden zijnde arrestatie van de felgezochte Nederlandse kunsthandelaar en oorlogsmisdadiger Pieter Menten met het opschrift ”heden”.
De aanhouding leek een formaliteit, maar Menten vluchtte. Van Agt, die in Roemenië oude kloosters bezichtigde, werd door een escorte politieauto’s met zwaaiende sirenes teruggehaald.
Hadden de geplaagde politici de narigheid vooraf kunnen voorkomen? „Moeilijk te zeggen”, vindt Aalberts. „Je weet niet of hun adviseurs hebben nagelaten tijdig te waarschuwen. Of dat ze eventuele adviezen hebben genegeerd. Wat mij veel meer frappeert, is dat het bij alle zaken gaat om grensgevallen. Bij het duiden ervan kunnen de media steeds twee kanten op. Neem Remkes. Zijn argument om niet meteen naar Phuket te gaan, was dat hij daar toch niets had kunnen doen én dat hij de hulpverleners niet voor de voeten wilde lopen. Wat mij betreft een waarheid als een koe.”
Bedoelt de wetenschapper te zeggen dat zogenaamde vakantiemissers nogal eens groter worden gemaakt dan ze zijn? Aalberts: „Dat nieuws over Huizinga kwam voor de media heel duidelijk als geroepen. Het was eind augustus en er was weinig nieuws, maar de journaals en kranten moesten wel vol. En Kamerleden moeten iets hebben om over te twitteren. Hun argument dat Huizinga het vertrouwen van de burger in de politiek had aangetast, zie ik alleen niet zo. Dat vertrouwen wordt echt niet groter als zo’n bewindspersoon de reis toch zelf betaalt.”
Ronduit bedenkelijk vindt Aalberts het aantal van 22 schriftelijke Kamervragen dat politici destijds over de kwestie stelden; tien van de PvdA’ers Samson en Heijnen, zeven van VVD’er Nepperus en vijf van de GroenLinksers Van Tongeren en Van Gent. „Het beantwoorden van een Kamervraag kost ongeveer 2000 euro aan inzet en coördinatie van het ambtelijk apparaat, zo is ooit becijferd. Tweeduizend euro keer 22 vragen is 44.000 euro, en dat voor een vliegreis van 11.800 euro. Dat is wat veel.”
Rest de vraag waar de bewindspersonen uit het kabinet-Rutte/Verhagen goed aan doen. Aalberts: „Dat een van hen tijdens vakantie voor een dilemma komt te staan, valt niet uit te sluiten. Ook niet dat hij of zij keuzes maakt die achteraf verkeerd uitpakken. Maar de kans dat een Kamermeerderheid daardoor het vertrouwen opzegt, is minimaal. VVD, PVV en CDA vormen een hechte club en geen enkele partij zit te wachten op nieuwe verkiezingen. Wat mij betreft kunnen ze rustig met vakantie.”