Opening Hamelhuis Gorinchem weer uitgesteld
GORINCHEM – Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. En in het geval van het Hamelhuis in Gorinchem: geldgebrek.
Stichtingsdirecteur Evert van Sprakelaar komt drie ton tekort om alle plannen uit te voeren. De geplande openingsdatum in juni werd zodoende niet gehaald en ook de nieuwe streefdatum, 4 november, loopt gevaar.
Het geld is nodig om de inrichting van het Hamelhuis af te ronden. Het museum aan de Kortendijk is klaar; het grootste deel van het inventaris uit de 17e eeuw is aangeschaft. Be- taald met de 1 miljoen euro die de stichting de afgelopen jaren aan sponsorgelden in de wacht sleepte.
„We missen alleen het VOC-schip nog”, zegt Van Sprakelaar. „Daarnaast moeten we de verhaallijn afronden. Dat schip moet een kijkdoos gaan vormen: bezoekers moeten de ‘schipbreuk’ via geluiden, beelden en druppels water aan den lijve ondervinden.”
En dat confronteert toekomstige bezoekers met het levensverhaal van Hendrick Hamel. De Gorkumer, in 1630 geboren, nam op 20-jarige leeftijd dienst bij de VOC. Hij klom op van busschieter tot boekhouder. In 1653 stapte hij aan boord van de Sperwer voor een tocht naar Taiwan en de Japanse handelspost Dejima. Door een dagenlange storm sloeg het schip kapot op een onbekende kust. Van de 64 opvarenden overleefden 36 de schipbreuk, onder wie Hendrick Hamel.
Algauw werden ze gevangengenomen door Koreaanse soldaten. De Nederlanders kregen geen toestemming om het land te verlaten, omdat de koning bang was dat de vreemdelingen informatie over het land naar buiten zouden brengen. Daarom nam de koning hen als lijfwacht in dienst.
Hoewel de Nederlanders voortdurend ontsnappingsplannen maakten, pasten ze zich in de loop der jaren steeds meer aan. Na dertien jaar slaagde Hamel er met zeven metgezellen in om toch te ontkomen. De VOC gaf hem opdracht zijn belevenissen en –vooral– het land Korea te beschrijven. Door dat ”Hamel Journael” werd Korea bekend in Europa. Het Journael is bewaard gebleven en ligt in het Nationaal Archief in Den Haag.
Zonder dat hij het wist, kreeg Hamel in Korea later een heldenstatus. Het schip de Sperwer werd op ware grootte nagebouwd en is in Zuid-Korea een toeristische attractie, terwijl jaarlijks zo’n 4000 gefortuneerde Koreanen de geboorteplaats van de ontdekker van hun land bezoeken.
Donderdag start op initiatief van het Belgisch-Nederlands-Koreaans Cultureel Centrum een expositie van tientallen Koreaanse kunstenaars in het stadhuis van Gorinchem. Die tentoonstelling verhuist later deze zomer naar Londen.
De Gorkumse Hamelstichting timmert zelf ook aan de weg: in 2012 maakt ze deel uit van de Nederlandse inzending voor de Wereldexpo in Korea. „Iedere keer als we daar komen, wordt gevraagd wanneer het Hamelhuis eindelijk opengaat.”
Die Koreaanse belangstelling staat in schril contrast met de relatieve onbekendheid die Hendrick Hamel in eigen land geniet. In juni 2008 gaf de Zuid-Koreaanse ambassadeur het startsein voor de bouw van het Hamelhuis.
Drie jaar later blijkt de afronding via een Eftelingachtige schipbreukbeleving –de verhaallijn met als aandachtspunten: Hamel, Gorinchem, de Sperwer en Korea– een tour de force te zijn.
„We hebben het economische tij tegen”, erkent Van Sprakelaar. „En we merken de gevolgen van het kabinetsbeleid. Kunst en cultuur komen onder druk te staan. Het kan kort duren of lang; we houden vol. Het Hamelhuis komt er; in volle glorie.”