De Jager heeft in eurogroep wat uit te leggen
BRUSSEL – Minister De Jager van Financiën heeft zijn Europese collega’s maandagavond heel wat uit te leggen. Hij zei vorige week dat banken desnoods gedwongen moeten worden mee te betalen aan de redding van Griekenland. Daarover zal hij flink de wind van voren krijgen.
De eurolanden onderhandelen al enige tijd met private beleggers over deelname van die zijde aan een tweede ronde van noodsteun voor de zuidelijke natie. Dan praten we over een bijdrage in de vorm van het verlengen van lopende leningen of het onmiddellijk na aflossing aangaan van nieuwe. Officieel dient daarbij sprake te zijn van vrijwilligheid. Althans, dat hebben de ministers van Financiën en ook de regeringsleiders eerder in verklaringen vastgelegd; met daaronder de handtekeningen van De Jager en premier Rutte.
Enkele dagen terug wijzigde eerstgenoemde bewindsman zijn koers. Goedschiks lukt het waarschijnlijk niet, dan maar kwaadschiks, luidde zijn boodschap in een interview met Het Financieele Dagblad. Misschien vertolkte hij de gedachte die ook bij anderen leeft. Maar een politicus kan nu eenmaal niet alles zomaar eruit flappen, zeker niet als het gaat om een kwestie met een hoog gehalte van crisisgevaar binnen de financiële wereld.
Bij dwang voor banken, verzekeraars en pensioenfondsen, zullen kredietbeoordelaars dat aanmerken als een situatie van wanbetaling van de overheid in Athene. Zij vinden dat die dan eigenlijk failliet is.
De gevolgen van die vaststelling op enig moment in de nabije toekomst zijn onvoorspelbaar. Grote onrust wellicht op de markten. Banken die te maken krijgen met afschrijvingen en daardoor mogelijk in problemen raken. De Europese Centrale Bank (ECB) mag de bewuste obligaties niet meer accepteren als onderpand bij het verstrekken van liquiditeiten in hun richting. Verzekeraars zullen partijen moeten uitbetalen die hun vorderingen bij hen hebben gewaarborgd. En besmettingsrisico: wie weet glijden Portugal en Ierland af naar eenzelfde scenario. Kortom, sommigen vrezen toestanden van een ernst en een omvang te vergelijken met die na de ondergang van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in september 2008.
Kredietbureau Standard & Poor’s zei vorige week dat het niet gelooft in vrijwilligheid. Banken zullen uit zichzelf, puur vanuit commercieel oogpunt, hun belangen in Griekenland niet handhaven, redeneert die instantie. Zij waarschuwde dat zij eventueel de status van de EU-partner naar het laagste niveau zal afwaarderen en dat betekent wanbetaling.
Als zelfs een minister nu onomwonden zegt dat een zachte aanpak niet werkt, wordt het wel erg lastig om de schijn van vrijwilligheid op te houden. De Jager bemoeilijkt met zijn openhartigheid het overleg over de schuldencrisis.
De ECB wil de private investeerders helemaal buiten schot laten. De zuidelijke landen zijn het daarmee eens. Met name Nederland, Duitsland en Finland voelen daar niets voor. Hun nationale parlementen dreigen nieuwe steun voor de Grieken te blokkeren als daar weer de overheden en dus de belastingbetalers volledig voor opdraaien.
Griekenland is voorlopig trouwens even uit de brand. Het kreeg recent 12 miljard euro uitgekeerd, de vijfde tranche van de vorig jaar toegezegde in totaal 110 miljard. Daarmee kan het tot medio september zijn rekeningen betalen. Inmiddels vindt volop beraad plaats over een pakket van rond de 80 miljard euro extra voor de periode nadat de 110 miljard op is. In dat kader passen de onderhandelingen met de private sector.
Vanavond vergadert in Brussel de eurogroep, de ministers van Financiën van de zeventien eurolanden. Een besluit over de aanvullende hulp zal er niet vallen. De besprekingen erover duren naar verwachting nog tot na de zomervakantie. Maar de politici moeten maandag wel proberen weer samen met De Jager op één lijn te komen.