De Waarheidsvriend / Bewaar het Pand
De Waarheidsvriend
Ds. C. den Boer, hervormd emeritus predikant te Barneveld, schrijft in De Waarheidsvriend over het belang van een goede stem op de preekstoel.
„Het is belangrijk dat een voorganger zich afvraagt of hij het instrument van zijn stem goed gebruikt in de bediening van het Woord van God. Dat betekent ook dat je je mag oefenen in het gebruik van een zo geweldige gave van God als de menselijke stem. Gebruikt hij dat geschenk van God wel optimaal?
Spurgeon schrijft in zijn Pastorale adviezen: „Een man met een bijzonder prachtige stem, maar met een leeg hoofd en een koel hart is ”een stem die roept in de woestijn”. Anderzijds, denk ook niet te gering over uw stem, want een goede stem kan zeer veel bijdragen tot het doel dat ge hoopt te bereiken.”
Een van de dingen die Spurgeon een predikant op het hart bindt, als hij over de stem spreekt, is dan dat het gebruik van de stem natuurlijk dient te zijn. De bekende preektoon zal zo langzamerhand onder ons niet meer in gebruik zijn. Maar misschien is het wel nuttig om erop te wijzen dat de stem bij de overdracht van de bijbelse boodschap zo natuurlijk mogelijk wordt gebruikt. Geen zangerigheid of galmstem met een toonhoogte waarin geen enkele variatie zit en die alleen maar slaperigheid bevordert. Geen monotonie, waarin elke verrassing ontbreekt over wat de Bijbel ons verkondigt. Laat, om met Spurgeon te spreken, het gehele klokkenspel van de stem meeklinken in de preek. Zo natuurlijk als het maar kan. Zo dat de gemeente zal zeggen wat mensen op de Pinksterdag zeiden: „Wij horen hen in onze taal de grote werken Gods spreken.”
Laten houding en spraak op de kansel natuurlijk zijn, niet gemaakt. Dat betekent ook dat de preek geen toneelstuk mag zijn waarin de predikant als eenling optreedt. Het komt wel voor dat iemand vanaf de kansel met zijn stem probeert over de mensen de baas te spelen. Hij overschreeuwt dan niet alleen zichzelf, maar ook zijn hoorders. Het lijkt meer bulderen dan preken. Dat gaat vaak gepaard met misbruik van de geluidsversterking. Maar het effect waarop de persoon in kwestie mikt, is niet groot. (…)
Van de Heere Jezus lezen we zelden dat Hij met stemverheffing spreekt. Hij verheft Zijn stem niet op de straten (Matth. 12:19). Toch bereikt Hij duizenden. Meestal doordat Hij gezeten is tegen een berghelling die als klankbord werkt, zoals bij de Bergrede. Maar stervend aan het kruis geeft Jezus de geest met grote stem.”
Bewaar het Pand
In het christelijke gereformeerde blad Bewaar het Pand gaat ds. K. Hoefnagel in op een vraag over het aanspreken van doden.
„Het spreken tot een dode op zichzelf is natuurlijk nutteloos. De persoonlijke toespraken die de overledene op zijn of haar begrafenis krijgt zijn de dwaasheid ten top. Dood is dood, denken vele mensen, maar als ze dat dan denken, spreek de overledene dan ook niet aan. Als we de ander lof willen toezwaaien, doe dat dan tijdens zijn leven.
Het kan een manier van verwerken zijn, maar het is naar mijn idee eerder een symptoom van armoede en leegheid. Men weet eenvoudigweg niets te zeggen. Ik zeg het zo vaak op een begraafplaats: hier staan we op een plaats waar de wereld met de mond vol tanden staat. Wat is het een voorrecht als we op het graf Gods Woord mogen verkondigen; een woord tot de levenden!
En tussen haakjes: wat geen zin heeft tegenover een dode, heeft wel zin tegenover een geestelijk dode. Ezechiël stond te preken tegenover een dal vol met dorre doodsbeenderen en door de Geest Gods heeft het die doden tot het leven geroepen!
Dat uw moeder uw overleden vader aanspreekt op diens graf, kan ook een vorm van verwerken zijn. (…) Een andere zaak is of we met onze noden en vragen en zorgen de weg naar de Heere kennen! De Heere Jezus weet uit ondervinding wat rouw en verdriet is en wil daarom een medelijdende en een medelevende Hogepriester zijn in onze smart. Bij Hem kunnen we dag en nacht terecht. Hij kent onze zwakheden en noden. En wat groter is: Hij zal op onze vragen antwoorden! Hij is de Levende! Hij is niet als een dode die niets meer hoort.”