„Patiënten met vruchtbaarheidsproblemen vinden het belangrijk dat ze een vast aanspreekpunt hebben voor vragen en problemen. Dat hoeft geen arts te zijn, het mag ook een verpleegkundige zijn. Als ze maar wel een vaste arts hebben waarmee ze belangrijke beslissingen in het behandeltraject kunnen bespreken”, aldus Van Empel.

Patiënten zijn zelfs bereid om te kiezen voor een kliniek waar de kans op een zwangerschap iets lager is als ze wel de gewenste begeleiding en informatie ontvangen. Artsen denken daarentegen dat de zwangerschapskans bij patiënten doorslaggevend is bij de keuze voor een behandelcentrum.

In Nederland kampt een op de zeven paren met onvruchtbaarheid. Zo’n 70 procent van hen krijgt uiteindelijk een baby dankzij vruchtbaarheidstechnieken zoals bijvoorbeeld kunstmatige inseminatie en ivf.

Van Empel promoveert donderdag op haar bevindingen.