„Melkveehouder verliest van supermarkt”
De boerderij van zijn vader ging over op zoon; inmiddels is hij 37 jaar ondernemer op zijn eigen bedrijf. Dirk van Bennekom (62) uit Renswoude heeft ongeveer 35 koeien. Weet hij als veehouder waar zijn melk terechtkomt?
Al zolang hij melk levert, doet hij dat aan hetzelfde bedrijf. „Voorheen heette dat MelkUnie, daarna Campina en sinds 2008 FrieslandCampina”, zegt Van Bennekom.
„Vroeger wisten we redelijk goed waar onze melk heenging. Hij werd bijvoorbeeld naar de melkfabriek in Woudenberg gereden voor boterverwerking. Sinds de melk gekoeld kan worden vervoerd, is alles anders. Door fusie en schaalvergroting gaat de melk het hele land door. Voorbij Arnhem, naar Friesland of naar Bleskensgraaf; en ook naar Duitsland en België. Uiteindelijk heb je er als boer geen zicht meer op.”
Nooit heeft hij de behoefte gehad om zijn melk aan een ander zuivelbedrijf te leveren. „Misschien zijn we erg traditiegetrouw. Ik ken wel bedrijven in de omgeving die wisselen omdat de uitbetaling dan een paar maanden of een jaar gunstiger uitpakt bij een andere zuivelfabriek. Dat heeft mij nooit getrokken.”
Natuurlijk heeft ook Van Bennekom gevoeld hoe in 2009 de melkprijs extreem laag was. „Het laatste jaar worden we goed uitbetaald, maar er zijn jaren geweest waarin dat wel anders was. Toen zaten we echt in een dal.”
De boerderij telt zo’n 35 koeien, die per stuk ruim 8000 kilo melk per jaar leveren. Daar- mee zitten ze net iets boven het landelijk gemiddelde.
Samen met collega’s maakt Van Bennekom zich best wel eens zorgen over de goedkopere, misschien wel buitenlandse, melk. „Ik vraag me af of die melk, die uiteindelijk naast die van mij in de supermarkt belandt, aan dezelfde kwaliteitseisen als de Nederlandse producten moet voldoen.”
Om de Nederlandse boer te steunen, zou de consument ervoor kunnen kiezen enkel melk te kopen van vaderlandse bodem. Volgens Van Bennekom is dat een ideaal. „De wereld is één groot dorp. Voor de Nederlandse boer is het natuurlijk fijn en plezierig als de consument dat doet. Maar ik realiseer me ook dat er zo’n veelheid aan aanbod is in boter, kaas, melk en al die andere zuivelproducten, dat het wel erg moeilijk is om dan voor een Nederlands product te kiezen.”
De Renswoudse veehouder heeft dus begrip voor de consument, maar zijn conclusie is pijnlijk. Een melkveehouder heeft het niet voor het zeggen: „In de hoeveelheid producten die aangeboden worden, verliest de veehouderij het van de supermarkt. Die heeft een monopoliepositie. Als de supermarkt brood ziet in een andere productie, ben je als boer verloren.”