Spotlight: Christendom en literatuur
Wat lees je als christen? Wat is de toegevoegde waarde van literatuur voor het leven? En wanneer is een roman christelijk? Vragen waarover lezers in gereformeerde en reformatorische kringen niet uitgepraat raken.
Wat de vele discussies over moderne literatuur, christelijke literatuur, christendom en literatuur nogal ingewikkeld maakt, is dat de deelnemers ver uiteenlopende ideeën hebben over wat ”literatuur” is en wat ”christelijk” is, laat staan over wat ”christelijke literatuur” is. Het is ijdele hoop om te denken dat we daar met z’n allen ooit uitkomen, want het moeilijke is dat geen enkele definitie ooit helemaal past op alle voorbeelden die je bedenken kunt.
De een wil graag dat een boek een stichtelijke strekking heeft. De ander vindt dat de auteur belijdend lid moet zijn van een kerkgenootschap. De derde denkt dat een verhaal christelijk is als het geen aanstootgevende passages bevat. De vierde kijkt naar kerndogma’s uit de reformatorische theologie: zonde, verzoening, bekering. De vijfde heeft meer met rooms-katholieke accenten: natuur, genade, moraal. En de zesde vindt dat alle schrijvers gewoon mooie verhalen moeten vertellen, want dan doet levensbeschouwing er niet meer toe.
De beste manier om erachter te komen waar de discussie precies over gaat, is deze: lees eerst een stuk of vijf boeken uit de Libristoptien, bijvoorbeeld van Koch, Kluun, Van der Heijden, Auel en Bril. Lees daarna Graham Greene, Marilynne Robinson, Francine Rivers, Eugenio Corti en Els Florijn. Hoe compleet verschillend die laatste vijf boeken ook zijn, er is toch iets wat ze met elkaar verbindt. Dat ‘iets’ zit ’m in het perspectief van de schrijver, de manier waarop hij naar de mensen, de dingen, de gebeurtenissen kijkt. Zijn wereldbeeld dus, en zijn mensbeeld.
Dat idee vormt het uitgangspunt van twee boeiende, Engelstalige publicaties over christendom en literatuur. Het ene boek, ”The Undercover Revolution”, is geschreven door ds. Iain H. Murray, oprichter van The Banner of Truth. Het andere, ”Christianity and Literature”, is van de hand van twee Amerikaanse letterkundehoogleraren: David Lyle Jeffrey en Gregory Maillet. Het eerstgenoemde boek komt op vanuit de puriteinse traditie en gaat over de invloed van literatuur op christenen, het andere heeft een meer calvinistische inslag en gaat over de invloed van christenen op literatuur. Dat geeft prachtig de dubbele houding weer die de hele kerkgeschiedenis door deze discussie bepaald heeft. De ene helft van de christenheid vraagt zich af: „Hoe gevaarlijk is cultuur?”, de andere helft: „Hoe nemen wij deel aan de cultuur?” Ascetisch of apologetisch, wereldmijdend of wereldwijdend, puriteins of calvinistisch, dat is de kwestie. Daarom is het heel inzichtgevend om twee boeken die uiteenlopende standpunten vertegenwoordigen, naast elkaar te leggen.
Murray stelt in zijn boekje een belangrijk punt aan de orde: welke rol speelt literatuur bij de vorming van de publieke moraal? Volgens hem is de grote secularisatie niet begonnen met ontwikkelingen in de wetenschap (zoals veel mensen denken) maar met de boeken van populaire schrijvers zoals Robert Louis Stevenson en Thomas Hardy, die de mensen zodanig beïnvloed hebben dat er een nieuwe, immorele tijdgeest ging waaien.
Hoe fundamenteel Murrays vraagstelling ook is, zijn analyse is niet erg overtuigend. Volgens hem gaat het zo: er slaan een paar auteurs aan het schrijven, het publiek leest hun boeken en raakt beïnvloed, waarop de publieke opinie en uiteindelijk ook de cultuur verandert. Maar het werkt eerder andersom: de tijdgeest verandert, en dus worden er andere boeken populair. Lezers laten zich alleen maar beïnvloeden door boeken als die verwoorden wat ze zelf, diep in hun hart, al lang denken – bewust of onbewust. Hoogstens kunnen dergelijke boeken een katalyserende rol spelen, veranderingen bevestigen, aanmoedigen, stimuleren.
Nog minder sterk is Murrays argument dat de populaire schrijvers die hij bespreekt, stuk voor stuk een zedeloos, egoïstisch en ongelukkig leven hebben geleid. Hij toont zich totaal niet bewust van de ingewikkelde vragen die dat oproept over de verhouding tussen de persoon van een schrijver en zijn werk, of over de mogelijkheid dat een immoreel mens toch iets goeds te zeggen kan hebben. Het zou veel overtuigender geweest zijn als hij niet de levens, maar de boeken van de genoemde schrijvers had besproken, en daarin had aangewezen waar volgens hem de gevaarlijke passages zitten. Maar het grote punt dat hij maakt, blijft overeind: dat verhalen altijd vanuit een bepaalde mentaliteit, een bepaald wereldbeeld geschreven zijn, en dat het goed is om je daar als lezer van bewust te zijn.
Precies dat punt vormt ook de kern van het –veel dikkere en wetenschappelijker opgezette– boek van Jeffrey en Maillet. Een groot deel van hun betoog bestaat uit een uitvoerige bespreking van de Engelse literatuurgeschiedenis, waardoor het boek Nederlandse lezers minder zal aanspreken. Maar wat het belangwekkend maakt zijn de inleidende en afsluitende hoofdstukken, waarin de auteurs een aantal algemene, fundamentele kwesties rond de beschouwing van literatuur bespreken.
Jeffrey en Maillet willen –net als Murray–boeken bekijken vanuit de wereldbeelden die eraan ten grondslag liggen. Een christen zal er volgens hen altijd op gericht zijn om het ”ware” van het ”valse” te onderscheiden. Maar dan gaat het wél over een waarheid die veel dieper ligt dan letterlijke of historische waarheid. De kracht van literatuur is immers dat schrijvers met beelden en verhalen, soms compleet irreëel, een diepe waarheid over het leven, de maatschappij of de mens kunnen onthullen – denk aan belangrijke boeken als Orwells ”1984” en Tolkiens ”Lord of the Rings”.
Het gaat in dit vak dus niet om christelijke boodschappen of om bekeringsverhalen, maar om een zoektocht naar waarheid en realiteit – dat is een punt dat Jeffrey en Maillet helder en overtuigend verwoorden.
Boekgegevens
”The Undercover Revolution”, Iain H. Murray; uitg. Banner of Truth, Edinburgh, 2009; ISBN 978 1 84871 012 2; 104 blz.; £ 4,50/$ 9,-; ”Christianity and Literature”, David Lyle Jeffrey & Gregory Maillet; uitg. InterVarsity Press, Downers Grove, 2011; ISBN 978 0 9308 2817 3; 336 blz.; $ 16,45.