Michiel Vergeer (CBS): Nederland kan wel een stootje hebben
DEN HAAG (ANP) – Hoofdeconoom Michiel Vergeer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) fungeerde het afgelopen decennium als de stem van de Nederlandse economie. Hoogconjunctuur, crisis en inflatie werden door hem van commentaar voorzien.
Voordat hij volgende week met pensioen gaat, kijkt Vergeer nog een keer terug en, tegen de CBS-natuur in, voorzichtig vooruit.
Welk moment blijft u het meeste bij van de afgelopen jaren?
„Het afkondigen van de recessie in februari 2009 was duidelijk het spannendste moment. De economie kreeg toen een klap van ongekende omvang, die buiten alle voorspellingen viel. Later bracht die recessie ook de grootste meevaller, toen wij keer op keer konden melden dat de werkloosheid lang niet zo hard steeg als men vooraf had gevreesd. Zo bleek eens temeer dat uitkomsten vaak opzienbarender zijn dan ramingen.”
De recessie van 2009 werd enkele maanden voor hij optrad door geen enkele instantie voorspeld, hoewel er wel tekenen van zwakte waren in de economie. De laatste maanden wijzen ook steeds meer signalen op een toenemende vertraging van de internationale economie. Hangt een herhaling van 2009 in de lucht?
„Moeilijk te zeggen. Dergelijke rampen laten zich niet voorspellen, anders zouden ze zich niet voordoen. Maar de problemen zijn groot en er is een kans dat het vervelend uitpakt. We zien ook aarzelingen in het herstel van de Nederlandse economie. De industriële productie en de groei van de export vielen in maart en april tegen. Dat zijn tekenen dat een vertraging van de economische groei in de lucht zit.”
Hoe pessimistisch moeten we daarvan worden?
„Dat valt wel mee. Nederland blijft een welvarend land. We hebben omgerekend per hoofd van de bevolking de grootste economie van de Europese Unie en de werkloosheid is bij ons het laagst. Nederland kan dus een stootje hebben.”
De groei van de Nederlandse economie wordt vooral door ontwikkelingen in het buitenland bepaald. Waar schuilt momenteel het meeste gevaar?
„In de Griekse schuldencrisis. Het grote gevaar is dat die problemen overslaan van de financiële sector naar de reële economie. Als de Grieken er niet in slagen hun inkomsten en uitgaven in evenwicht te krijgen dan vallen ze in een zwart gat, vallen er zware economische klappen.”
In de Griekse crisis spelen statistieken een centrale rol. Door te rommelen met hun cijfers wisten de Grieken hun problemen jarenlang te verdoezelen. Hoe heeft dat kunnen gebeuren?
„Het toezicht op de statistieken heeft gefaald, dat is duidelijk. Maar de politiek wilde ook te snel besluiten nemen. Statistiekbureaus zoals Eurostat maakten al jaren een voorbehoud bij de cijfers van Griekenland, en terecht. Met die bezwaren werd echter niet serieus omgegaan. De crisis toont nog maar eens hoe belangrijk goede statistieken zijn. Wie ermee rommelt, maakt alleen zichzelf wat wijs.”