Negen maanden lang heeft een team van 18 studenten er keihard aan gewerkt en donderdag was het eindelijk zover.

Het is de vierde keer dat het Twentse team meedoet aan de wedstrijd. In 2005 werden ze negende, in 2007 zesde en in 2009 eindigde het team op de achtste plaats. „Maar dat kwam omdat we gecrasht zijn tijdens de wedstrijd. Als dat niet gebeurd was, waren we derde of vierde geworden”, aldus Siebe Brinkhof, leider van het Twentse team. Dit jaar streven ze naar een podiumplaats.

De auto’s die meedoen aan de wedstrijd zijn elk jaar weer bijzondere staaltjes technologie. Dit jaar heeft het Twentse team de auto een ronde, gestroomlijnde vorm gegeven, om op die manier de luchtstromen langs de auto zo goed mogelijk te geleiden. „Ik durf te zeggen dat aan onze auto geen enkel recht stukje is te verkennen”, aldus Brinkhof. Op die manier willen de studenten de luchtweerstand zo minimaal mogelijk maken, om zo snel mogelijk te kunnen rijden.

De auto is van koolstofvezel gemaakt. Dat wordt ook vaak in de luchtvaart en de formule 1-wereld gebruikt. „Het is heel licht en sterk, eigenlijk de ideale combinatie”, legt Brinkhof uit. De auto waarmee de studenten naar Australië gaan, weegt 180 kilo en kan zo’n 140 kilometer per uur. Het hele dak van de auto, zo’n 6 vierkante meter, bestaat uit zonnecellen. Die leveren de energie om te rijden. De energie die niet gebruikt wordt, wordt opgeslagen in een batterij. „Die kunnen we dan weer inzetten als er bijvoorbeeld even een wolk komt overdrijven”, vertelt Brinkhof.

De Twentse zonneauto is een gezamenlijk product van studenten van Saxion en de Universiteit Twente. De studenten werken anderhalf jaar meer dan fulltime aan het project: ze steken er zo’n 70 … 80 uur per week in. Daarnaast zijn 150 bedrijven betrokken bij de zonneauto.

Naast het Twentse team doet ook een team van de TU Delft mee aan de World Solar Challenge. De Delftse zonneauto wordt volgende week gepresenteerd.