Economie

Vakantieplannen of werkplanning?

De zomer is weer aangebroken. Voor veel werknemers de periode om een aantal weken vakantie te nemen. Als het goed is, betekent dit een periode van ontspannen en afstand nemen van de werkzaamheden.

Melanie Blonk
23 June 2011 11:18Gewijzigd op 14 November 2020 15:32
Foto ANP
Foto ANP

In het Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat een werknemer ten minste recht heeft op een vakantieperiode van vier keer de arbeidsduur per week. Voor fulltimers komt dit neer op twintig vakantiedagen, ook wel wettelijke vakantiedagen genoemd.

De bedoeling van de wetgever is dat een werknemer kan uitrusten en nieuwe energie opdoet. Het is dan voor de werkgever ook niet mogelijk om de wettelijke vakantiedagen te laten uitbetalen.

Een werknemer moet in de gelegenheid worden gesteld om zijn vakantiedagen op te nemen. Alleen wanneer het dienstverband wordt beëindigd, mogen vakantiedagen worden uitbetaald.

Vakantie betekent op het werk niet alleen maar ontspanning, maar zorgt soms ook voor behoorlijk veel stress. Met name de vakantieplanning kan problemen opleveren.

Het uitgangspunt is dat de werknemer mag aangeven wanneer hij vakantie wil opnemen. De werkgever gaat hiermee akkoord, tenzij hij gegronde redenen heeft om niet akkoord te gaan. Er kan sprake zijn van een goede reden wanneer er bijvoorbeeld een spoedorder binnenkomt of wanneer de collega die de werknemer zou moeten vervangen, onverwacht ziek wordt.

In een cao of schriftelijke overeenkomst kan zijn vastgelegd dat het bedrijf in bepaalde weken is gesloten. In dat geval is het helder. De vakantie­weken staan vast en discussie is, wat de zomervakantie betreft, uitgesloten. Moet het bedrijfsproces doorgaan, dan kan het lastiger worden.

Stel dat acht van de tien collega’s in dezelfde weken vakantie zouden willen opnemen. In dat geval heeft de werkgever een gewichtige reden om niet alle wensen in te willigen. Uiteraard is het voor de sfeer binnen het bedrijf wel van belang dat er in goed overleg wordt gezocht naar een oplossing die voor alle partijen acceptabel is.

Hoewel het uitgangspunt dus is dat vakantie kan worden opgenomen zoals de werknemer dat graag wil, zal er in sommige situaties naar een compromis gezocht moeten worden.

Een voorbeeld ter verduidelijking. Pieter heeft, na overleg met zijn werkgever, zijn vakantie geboekt. De koffers zijn al bijna gepakt en het vakantiehuisje in Frankrijk is betaald als zijn werkgever naar hem toe komt. Er is een onverwachte spoedorder binnengekomen. Pieters collega is ziek en vanwege de specialistische werkzaamheden is het niet mogelijk om een vervanger te regelen.

Kortom, Pieter krijgt het vriendelijke maar ook dringende (en dwingende) verzoek om zijn vakantie te verzetten. Pieter vraagt zich af of zijn werkgever dit wel van hem kan verwachten.

Op grond van het Burgerlijk Wetboek heeft een werkgever de bevoegdheid om, na overleg met de werknemer, de vastgestelde vakantieperiode te wijzigen. Uiteraard mag dit niet zomaar en moet de werkgever hiervoor wel een belangrijke reden hebben.

In de situatie van Pieter kan de werkgever hem verplichten om zijn vakantie te verplaatsen. De kosten die Pieter maakt om zijn vakantiehuisje te annuleren, moet zijn werkgever wel vergoeden.

Omdat Pieters geplande vakantie niet door kon gaan, heeft zijn werkgever in overleg met Pieter een nieuwe vakantieperiode vastgesteld. Ter compensatie mag Pieter extra vakantiedagen opnemen. Zo komt hij uiteindelijk toe aan het doel van vakantie: uitrusten.

De auteur is werkzaam bij de RMU als juridisch mede-werker individuele belangen­behartiging.

Meer over
Sociale Zaken

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer