De organisaties, verenigd in het ”Christelijk forum voor de ondersteuning van vervolgde religieuze minderheden wereldwijd”, hebben een beroep gedaan op de coalitietroepen om de religieuze minderheden daadwerkelijk te beveiligen.

De afgelopen weken hebben diverse sjiitische voormannen betoogd dat Irak een islamitische staat moet worden, gebaseerd op de sharia (op de Koran gebaseerde wetten). Twee prominenten onder hen, sjeik Mohammed al-Fartousi en Hojatolislam Moqtada as-Sadr, riepen er speciaal toe op dat de sharia ook van toepassing wordt op gebieden waar christelijke minderheden wonen.

In Zuid-Irak, waar de meeste sjiieten wonen, zijn moslims alvast begonnen het recht in eigen hand te nemen: er zijn berichten dat de sharia op straatniveau wordt toegepast. In Basra zijn honderd winkels waar alcoholhoudende dranken worden verkocht, in brand gestoken. Onder het regime van Saddam Hussein mochten alleen christenen alcohol verkopen, hoewel de winkels ook goede zaken deden met moslims. Ten minste twee winkeleigenaars zijn doodgeschoten door sjiitische extremisten. Verder zijn er onbevestigde berichten dat ook een andere eigenaar, inclusief een christelijke omstander, is gedood.

In sommige gebieden worden vrouwen gedwongen een sluier te dragen. Ze krijgen, naar verluidt, zelfs geen behandeling in het ziekenhuis als ze dit weigeren.

Christenen in Basra zeggen dat plunderaars hun huizen binnendringen, onder de bedreiging dat ze de volgende keer de bewoners wegens hun geloofsovertuiging zullen doden. Christelijke meisjes in sommige delen van de stad durven niet meer naar school, bang om te worden gekidnapt. Sommige gezinnen verlaten Basra en keren terug naar het christelijke thuisland rondom Mosul. Bronnen binnen de Syrisch-Orthodoxe Kerk melden dat in Bagdad een gezin met de dood is bedreigd omdat het zich tot de islam moet bekeren.

Er zijn uiteenlopende redenen waarom de christelijke minderheid in Irak steeds vaker wordt bedreigd. Ze worden bijvoorbeeld beschouwd als handlangers van de coalitietroepen uit het ”christelijke” westen. Maar ook de zekere mate van bescherming die ze genoten onder het regime van Saddam Hoessein, maakt hen verdacht.

Kwetsbaarder nog is de kleine Joodse gemeenschap (circa vijftig leden), die negatief in verband wordt gebracht met de staat Israël. Sommige Iraakse christenen vermoeden dat de spanningen zullen toenemen bij de komst van westerse zendings- en hulporganisaties.

De coalitietroepen zijn niet krachtig genoeg om het hele land onder politiecontrole te houden en de orde te herstellen. Ds. Nadheer, een Chaldeeuwse priester van de oudste en meest invloedrijke kerk in Bagdad, is drie keer bij de Amerikaanse commandant geweest en één keer bij generaal Jay Garner, om de veiligheid van de kerken onder de aandacht te brengen, maar zonder duidelijk resultaat.