De Syrische bevolking betoogt al maanden tegen het repressieve bewind van Assad, die zijn veiligheidsapparaat keihard laat optreden tegen de demonstranten. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn al ruim 1300 burgers en meer dan 300 militairen en agenten omgekomen. Duizenden mensen zijn opgepakt en minstens 10.000 mensen zijn gevlucht naar buurland Turkije.

Assad probeerde al vaker vergeefs de geest terug in de fles te krijgen met allerlei toezeggingen. Zo werd eerder dit jaar de noodtoestand opgeheven die de politie sinds de jaren ‘60 de vrije hand gaf om iedere vorm van protest hardhandig de kop in te drukken. Het geweld tegen betogers nam daardoor echter niet af. Ook liet het regime vorige maand honderden politieke gevangenen vrij. Duizenden anderen bleven evenwel achter de tralies.

Maandag hield Assad een toespraak die rechtstreeks op de televisie werd uitgezonden. Hij zei daarin opnieuw dat hij bereid is via een dialoog tot hervormingen te komen en dat zelfs een einde aan de alleenheerschappij van zijn eigen Baathpartij bespreekbaar zou zijn. Maar hij voegde eraan toe dat er geen hervormingen zullen komen zolang er chaos heerst in zijn land. De oppositie is ontevreden en liet weten dat „de revolutie” doorgaat.

In de hoofdstad Damascus en andere steden waren dinsdag duizenden Syriërs op de been die juist hun steun betuigden aan de president. De demonstranten trokken naar het Omeyyadesplein met Syrische vlaggen en portretten van de president. Ze riepen onder meer: „We zullen ons voor je opofferen, Bashar”. In de steden Homs en Deir al-Zor kwam het volgens de BBC tot botsingen met antiregeringsbetogers. Zeker vier mensen zouden zijn omgekomen.

Het Rode Kruis meldde dinsdag dat het in Syrië meer toegang krijgt tot burgers die gewond zijn geraakt door het geweld. De hulporganisatie heeft daarover een akkoord bereikt met het regime. Een verzoek om ook gevangenen te mogen bezoeken hebben de autoriteiten nog in overweging.