D66: Geen aparte status bijzonder onderwijs
DEN HAAG – D66 wil af van de aparte status die scholen op religieuze grondslag in Nederland hebben. De vrijheid van onderwijs die in de Grondwet is geregeld, is volgens D66-Tweede Kamerlid Boris van der Ham te ver opgerekt en wordt gebruikt om misstanden af te dekken. D66 wil artikel 23 in de wet moderniseren.
Het Kamerlid noemt als misstanden onder meer criminele zaken die scholen niet hoeven te melden aan de politie, de weigering van ongetrouwde of homoseksuele leraren of het niet aannemen van leerlingen die niet de juiste religie hebben of schoolbesturen die ondanks fouten door kunnen gaan. „Falende schoolbesturen zoals bij het islamitische college in Amsterdam, mogen de volgende dag weer een nieuwe school oprichten”, aldus de D66’er. Hij vindt dat onacceptabel.
„De vrijheid van onderwijs is een heel groot goed, maar moet niet gebruikt worden om misstanden af te dekken. Dat moet afgelopen zijn. Je kunt vanuit liberaal oogpunt zeggen: het is heel goed dat er een grote variëteit aan schoolsoorten is. Maar ik vind het niet acceptabel dat het bijzondere onderwijs een soort status aparte heeft. Nu doen scholen een beroep op de Grondwet om bepaalde mensen te kunnen weigeren, zo was het niet bedoeld.”
Ook wijst Van der Ham erop dat de huidige wetgeving vernieuwing in het onderwijs tegenhoudt. Zo zouden sommige scholen op religieuze grondslag willen samengaan met openbare scholen, maar is dat door de regelgeving amper mogelijk, aldus Van der Ham.
Fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer Arie Slob noemt de uitspraken van Van der Ham op Twitter „onverantwoord en onnodig polariserend”. Volgens Slob voert Van der Ham een ideologische agenda en wil hij scholen de mond snoeren. Van der Ham wijst die beschuldiging van de hand: „Vrijheid voor een ieder, maar wel voor ieder gelijk, en transparant.”
Lees een interview met Boris van der Ham in dagblad De Pers: „Onderwijsvrijheid gaat te ver”