Moeder Maria en de kloosterkippen
Het was een mooie vrijdag in het stiltegebied van het Brabantse Heusden (gemeente Asten). Kloosteroverste Maria van de Grieks-orthodoxe kloostergemeenschap vierde die dag haar 59e verjaardag. Een verjaardag die eindigde in een politiecel in Venlo.
Rond drie uur ’s middags stonden twee inspecteurs van de Algemene Inspectiedienst (AID) voor de deur. Een dag eerder waren zij al langs geweest om de achttien kippen van het klooster te ruimen, maar die waren als door een wonder van het kloosterterrein verdwenen. Waar de kippen nu zijn, blijft een raadsel.
Moeder Maria, zoals de kloosteroverste wordt genoemd, wilde vroeger boerin worden. Uiteindelijk vond ze haar roeping in het klooster, waar de zusters een moestuin hebben en kippen houden. Zuster Maria weigerde mee te werken aan de ruimingen van pluimvee door de AID. Zij vindt het niet nodig de kippen te ruimen.
Ze ziet het dan ook als haar burgerplicht om de overheid op haar fouten te wijzen. „Dierenartsen zeggen dat er kan worden gevaccineerd. Als zelfs de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde verklaart dat verder ruimen onzin is, waarom zou je dan meewerken aan zo’n ruiming”, zegt moeder Maria. „Als ruimen de enige manier was om de vogelpest te stoppen, dan waren onze kippen ook geruimd.”
Volgens moeder Maria valt het klooster buiten de 10-kilometerzone rond Ospel waar al het pluimvee geruimd moest worden. „Ik heb inmiddels begrepen dat de AID die grens niet zo nauw hanteert. We hebben de kippen sinds de ophokplicht van kracht was, opgesloten gehouden. Toen de flyer binnenkwam over het ophalen van kratten ben ik op pad gegaan om ze te halen, maar ik heb ze uit principe toch niet meegenomen.”
Toen de AID kwam om te vragen waar de kippen gebleven waren, beriep moeder Maria zich op haar zwijgrecht. Daarop werd ze voor verhoor meegenomen naar het politiebureau in Venlo. De AID vermoedt dat er een verband is tussen de non en De Ark, een netwerk dat hobbypluimvee uit ruimingsgebieden in veiligheid probeert te brengen om het zo van de dood te redden. Volgens moeder Maria bleek tijdens het AID-verhoor dat haar naam was gevallen in afgeluisterde telefoongesprekken van K. Broekman, woordvoerder van De Ark. Broekman zit al een week in een huis van bewaring in Grave.
Zuster Maria wil niets zeggen over de verblijfplaats van de kloosterkippen. Ook wil zij bevestigen noch ontkennen dat zij contact heeft met De Ark. Bovendien is zij bang dat de AID ook haar telefoongesprekken afluistert.
Terwijl de kloosteroverste vastzat, kwamen de AID-inspecteurs zaterdag terug naar het klooster om de vijf achtergebleven zusters te ondervragen. Volgens zuster Makrina wilde de AID weten in hoeverre de andere vijf zusters betrokken zijn bij de activiteiten van zuster Maria. Behalve Maria en Makrina spreekt geen van de zusters Nederlands en aangezien de inspecteurs slecht Engels praatten, mocht zuster Makrina vertalen. Toen zij niet wilde antwoorden op vragen over de betrokkenheid van de zusters bij het vervoeren en verbergen van kippen, mocht dat ineens niet meer en ontstond er een nare sfeer. „De manier waarop de AID ons verhoord heeft, ook al doet hij dat correct, was voor ons zeer intimiderend”, aldus de zuster.
Met zuster Maria mochten ze geen enkel contact hebben. Een bevriende aalmoezenier heeft uiteindelijk wel met Maria gesproken, maar hij heeft druk moeten uitoefenen op de AID om haar te kunnen bezoeken. Na ruim een dag vast te hebben gezeten in een politiecel werd moeder Maria zaterdagavond weer vrijgelaten. Net op tijd om het Grieks-orthodoxe Pinksterfeest mee te maken. Wel wordt ze nog steeds verdacht van het vervoeren en laten onderduiken van pluimvee uit ruimingsgebieden. Zelf is ze daar nuchter onder. „Als ze weer komen merk ik dat vanzelf.”