Proces in China tegen Nederlander afgesloten
Het proces tegen de Nederlands-Chinese zakenman Yang Bin, die in de Chinese stad Shenyang terechtstond wegens onder meer fraude en omkoping, is vrijdag na drie zittingsdagen afgesloten.
Een vonnis is echter nog niet uitgesproken en kan volgens waarnemers nog weken op zich laten wachten.
De eerste secretaris van de Nederlandse ambassade in China, Erik Strating, woonde het proces bij. Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag heeft Strating na afloop verklaard dat de ”consulaire zorg” die de ambassade kon verstrekken „volgens de regels” is verlopen. In tegenstelling tot mediaberichten van internationale persbureaus heeft Strating zich niet uitgelaten over het inhoudelijk verloop van de procesgang, aldus een woordvoerster van het departement.
De aanklacht tegen Yang Bin was zeer omvangrijk en waarnemers achten het waarschijnlijk dat hij schuldig zal worden bevonden. Hoewel hij in theorie levenslang kan krijgen, is de verwachting dat de Chinees met een Nederlands paspoort vijf tot tien jaar gevangenisstraf krijgt opgelegd.
De aanklager in het proces heeft geen straf geëist tegen Yang Bin. In het Chinese recht is het gebruikelijk dat de aanklager zijn zaak presenteert, waarna de verdachte zich kan verdedigen. De rechtbank bepaalt vervolgens welke straf volgt. Die heeft daarvoor nu 45 dagen de tijd, zonodig te verlengen met nog eens 45 dagen.
Yang Bin kwam halverwege de jaren tachtig naar Nederland. Hij maakte fortuin met het kweken van orchideeën in China. Vorig jaar benoemde Noord-Korea Yang plotseling tot hoofd van een nieuwe vrijhandelszone aan de grens met China. Peking was gepikeerd dat het niet was gekend in de benoeming. Vlak daarop werd Yang Bin gearresteerd.