Buitenland

Amerikanen wreken aanval van Irakezen

Amerikaanse eenheden hebben vrijdag 27 Iraakse strijders gedood die kort daarvoor bij de stad Balad, ongeveer 50 kilometer ten noorden van Bagdad, een tankcolonne hadden aangevallen met granaatwerpers.

AP
13 June 2003 22:57Gewijzigd op 14 November 2020 00:22

In de Noord-Iraakse stad Kirkuk zijn 74 „sympathisanten” van al-Qaida opgepakt. Dat heeft de Amerikaanse legerleiding bekendgemaakt.

De Amerikanen sloegen de aanval op de tankcolonne af en zetten met pantserwagens de achtervolging in, waarbij de grondtroepen steun kregen van Apache-helikopters. Of met de 27 doden de gehele groep aanvallers was uitgeschakeld, is onduidelijk. Ook over eventuele Amerikaanse slachtoffers is nog niets bekend.

Bij gevechten met aan Saddam Hussein loyale milities zijn de afgelopen vier dagen ongeveer honderd strijders gesneuveld. Volgens een Amerikaanse legerwoordvoerder zijn de meeste strijders geen Irakezen, maar buitenlanders die aan de zijde van de Irakezen tegen de Amerikaans-Britse invasiemacht hebben gestreden en het land nog steeds niet verlaten hebben. Voor de val van Saddam hadden duizenden moslims zich volgens de Iraakse regering aangesloten bij het Iraakse leger.

De vrijdag uitgeschakelde groep bestond uit het grootste aantal Iraakse strijders dat een aanval op Amerikaanse eenheden uitvoerde sinds de val van Bagdad. Sinds de oorlog op 1 mei voor beëindigd werd verklaard, zijn ongeveer veertig Amerikanen in hinderlagen en door sluipschutters gedood, vooral in het centrale deel van Irak, waar Saddam Hussein nog steeds veel aanhangers heeft.

De Amerikaanse strijdkrachten zijn deze week in de zogenaamde ”soennitische driehoek” ten noorden en westen van Bagdad, met de bovenste punt in Tikrit ten noorden van de Iraakse hoofdstad, een offensief begonnen om het verzet te breken. Ongeveer 400 Irakezen zijn tijdens de operatie gevangengenomen.

Donderdag bombardeerden Amerikaanse gevechtsvliegtuigen een kamp op 150 kilometer ten noordwesten van Bagdad waar zich aanhangers van de Ba’ath-partij, Iraakse paramilitairen en mogelijke Arabische vrijwilligers zouden ophouden.

Bij de gevechten werd donderdag een Amerikaanse Apache-helikopter neergehaald. Ook een F-16-gevechtsvliegtuig stortte neer; militaire woordvoerders wilden niet bevestigen of het toestel was neergeschoten. Van beide toestellen kon de bemanning worden gered.

Honderden Amerikaanse militairen vielen in en rond de plaats Duluiyah huizen binnen, op zoek naar sluipschutters. „Overdag zijn de mensen rustig en vriendelijk, maar ’s nachts nemen ze ons op de korrel”, aldus woordvoerder Forest Geary van de Derde Infanteriedivisie. Inwoners van Duluiyah waren razend over wat ze noemden „onbehouwen” optreden van de Amerikanen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer