Dat bleek woensdag tijdens een commissievergadering over dit beleidsterrein.

Veldhuijzen wil de palliatieve kennis en kunde zo goed mogelijk verankeren in de eerstelijnsgezondheidszorg. Patiënten moeten, ongeacht de plaats waar ze worden verzorgd, goede palliatieve zorg krijgen, dus ook buiten de hospices. Verder wil ze dat de sector intern goede afspraken maakt om de onderlinge samenwerking te verbeteren. Ook wil ze heldere richtlijnen die duidelijk maken aan welke kwaliteitseisen de palliatieve zorg minimaal moet voldoen.

Om dat alles te bewerkstelligen, heeft ze ZonMw gevraagd een verbeterprogramma op te stellen. Verwacht wordt dat deze Nederlandse organisatie voor zorginnovatie komend najaar met voorstellen naar buiten treedt.

De oppositie wil echter dat Veldhuijzen ruim daarvoor al helder maakt wat zij gaat doen om bestaande financiële knelpunten in de palliatieve zorg weg te nemen. Zo benadrukten PvdA en D66 dat de subsidieregeling voor hospices en bijna-thuishuizen sinds 2008 niet meer is aangepast, terwijl het aantal van dergelijke voorzieningen sindsdien wel fors is gegroeid. Volgens de SP wachten zorgkantoren te lang met het bekostigen van het extra personeel dat verpleeghuizen wil inzetten voor patiënten bij wie de stervensfase intreedt.

Veldhuijzen noemde dat een reëel knelpunt waarover ze met zorgkantoren in gesprek zal gaan. Richting PvdA en SP zei ze geen financiële ruimte te hebben. „Ik kan hooguit borgen wat er nu is.”

De CU toonde zich woensdag bezorgd over het kabinetsplan om de ondersteunende begeleiding voor mensen met een beperking voortaan te laten lopen via gemeenten. Volgens de CU raakt de financiering van de palliatieve zorg daardoor nog meer versnipperd. De SGP vroeg Veldhuijzen tijdig in kaart te brengen wat deze overheveling betekent voor de palliatieve zorg.

VVD, PVV en CDA willen Veldhuijzen tot komend najaar de tijd geven voor het concretiseren van haar beleid.