Een grote meerderheid van de Europarlementariërs stemde woensdag in met de voorstellen en gooide daarmee de knuppel in het hoenderhok. De voorstellen druisen nadrukkelijk in tegen de wensen van onder meer Nederland en Groot-Brittannië.

Volgens de Europarlementariërs is het zonder de verhoging van de begroting niet mogelijk alle gestelde Europese doelen te halen. Europa wil onder meer geld voor onderzoek en ontwikkeling en infrastructuur. Landen die tegen de plannen zijn, moeten maar aangeven, welke doelstellingen ze minder belangrijk vinden of zelf willen laten vallen, zo meent het Europees Parlement.

Het parlement is kritisch over de manier waarop Europa zijn geld krijgt via de ‘eigen bijdrages’ van de lidstaten. De Europarlementariërs willen een systeem dat eerlijker, transparanter en eenvoudiger is. Ook willen ze af van allerlei uitzonderingsregels en kortingen voor Europese landen, zoals ook Nederland die geniet.

Vorige week gaf een meerderheid van de Tweede Kamer het kabinet de opdracht ervoor te zorgen dat de begroting niet omhooggaat, ook niet met de inflatie. Premier Mark Rutte maakte al duidelijk dat het lastig zal worden dat verzet vol te houden en tegelijk te vragen om de terugbetaling van minimaal 1 miljard euro uit Brussel. Het kabinet is bereid in te stemmen met maximaal een inflatiecorrectie op de begroting.

Op de vraag of de voorstellen realistisch zijn, antwoordde Jutta Haug, voorzitter van de commissie voor de toekomstige financiering van de Unie, stellig: „,We moeten niet vergeten dat er 27 landen zijn in de Europese Unie. Het zou heel goed kunnen dat lidstaten van mening veranderen.”

De kwestie splijt niet alleen Europa, maar ook politieke partijen in Nederland. Regeringspartij CDA stemde voor de voorstellen, evenals één VVD’er. Twee liberale partijgenoten waren juist fel gekant tegen de verhoging van de begroting, evenals gedoogpartner PVV. De PvdA, die vorige week nog in de Tweede Kamer een motie indiende tegen elke verhoging van de begroting, onthield zich van stemming.