Dat heeft de generale synode van de GKV vrijdag in Harderwijk besloten.

Volgens de landelijke kerkvergadering is er geen aanvulling of bevestiging nodig van wat de kerken over de doop van kinderen uitspreken in hun belijdenis, kerkorde en doopformulieren.

De particuliere synode van Gelderland-Flevoland had de generale synode gevraagd zich uit te spreken over de vraag „of de kinderdoop tot een fundamenteel leerstuk van de gereformeerde leer behoort, dat door de kerkenraden in de weg van de tucht gehandhaafd moet worden.”

Aanleiding is een appelschrift van een gemeentelid, dat de classis Arnhem in 2009 verzocht zijn kerkenraad „ernstig terecht te wijzen” omdat deze gemeenteleden toeliet aan het avondmaal die moeite hadden met de kinderdoop en hun kinderen daarom niet lieten dopen.

De kerkenraad spreekt echter van christelijke tolerantie en verwijst naar artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en een uitspraak van de generale synode van ’s-Gravenhage (1914): „Naar het voorbeeld van de apostolische kerk kan er tolerantie worden geoefend jegens broeders, die te goeder trouw in enig stuk der leer dwalen, mits dit niet enig fundamenteel stuk van de waarheid raakt, de dwalenden bereid zijn zich beter te laten onderrichten en beloven voor dit gevoelen geen propaganda te maken.”

Omdat de classis de kerkenraad niet wilde vermanen, richtte het gemeentelid zich tot de particuliere synode om de afwijzing van zijn appel als onrechtmatig aan te merken. De particuliere synode steunde echter de kerkenraad en de classis maar besloot ook de generale synode om een inhoudelijke uitspraak te vragen.

De landelijke kerkvergadering oordeelde echter dat de particuliere synode niet heeft aangetoond dat er een aanvulling of bevestiging nodig is van wat de kerken al over de doop van kinderen uitspreken in hun belijdenis, kerkorde en doopformulieren.