Voor het vmbo deden 110.000 leerlingen examen, voor het havo 43.000 kandidaten, en in het vwo deden 32.000 leerlingen mee. Ook bij het havo en vwo deden zich volgens het ministerie geen grote problemen voor. De examens voor economische vakken bleken aan de moeilijke kant. Bij de normering is daar rekening meegehouden, aldus het ministerie donderdag.

Overigens was niet iedereen tevreden over het niveau van de vmbo–examens van de basisberoepsgerichte leerweg. Zo zei een docent wiskunde uit Hilversum in het tijdschrift van onderwijsbond AOb dat sommige opgaven eerder geschikt waren voor groep 8 van de basisschool. „Bijvoorbeeld: van Maastricht naar Scheveningen is het 225 kilometer, hoeveel kilometer reis je als je heen en weer gaat?”

Leerlingen werden hierdoor volgens een wiskundedocent uit Zoetermeer op het verkeerde been gezet. Die geloofden zelf ook niet dat het zo simpel was. Ook Nederlands was volgens een eindexamenkandidaat te makkelijk. Een docent meldde dat leerlingen in paniek raakten over het examen administratie. „Ze konden niet geloven dat dit het hele examen was.” Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) kreeg zelfs klachten binnen over het lage niveau van de examens. „Men voelt zich niet serieus genomen.”

De onderwijsbond AOb noemt de vmbo–examens voor de theorievakken van de basisberoepsgerichte leerweg echter niet te makkelijk. „Die waren niet van een ander niveau dan voorheen”, aldus een woordvoerder. De praktijkvakken waren wel vrij eenvoudig. „Maar dat kwam omdat de examennormen waren aangepast aan het verminderd aantal uren dat docenten voor die vakken kregen. Achteraf bleek dat docenten vaak wel de volledige stof hadden behandeld.”