De strijdkrachten namen de steden Talbiseh en Rastan en enkele dorpen in de buurt van Homs onder vuur met tanks en zware artillerie. Water, elektriciteit en internet zijn afgesloten, net als de meeste telefoonverbindingen, meldden bewoners. Omdat het Syrische regime buitenlandse media buiten de deur houdt, zijn berichten over de strijd vrijwel onmogelijk te verifiëren.

In Syrië wordt al ruim twee maanden gedemonstreerd tegen Assad. Aanvankelijk leek de president bereid tot concessies, bijvoorbeeld de opheffing van de noodtoestand die het leger jarenlang ruime bevoegdheden gaf om op te treden tegen tegenstanders van het regime, maar er wordt nog altijd veel geweld gebruikt tegen demonstranten. Mensenrechtenorganisaties schatten dat al zeker 1100 burgers zijn omgekomen.

De internationale gemeenschap heeft Syrië herhaaldelijk opgeroepen het geweld te staken, maar is verdeeld over de aanpak van het regime. De Verenigde Staten en veel Europese landen hebben sancties opgelegd en dringen er bij de Verenigde Naties op aan hetzelfde te doen. Maar onder meer Rusland, dat vetorecht heeft in de Veiligheidsraad, wil daar niet aan.