Onderzoek Edwards steeds meer internationaal
LEUVEN – Het onderzoek naar het werk van de Amerikaanse theoloog Jonathan Edwards krijgt steeds meer een internationaal karakter. Dat stelt de Amerikaanse onderzoeker dr. A. C. Neele vast.
Woensdag heeft in het Belgische Leuven de opening van een nieuw onderzoekscentrum plaats, het Jonathan Edwards Center Benelux.
Het centrum is het resultaat van de samenwerking tussen de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven (Heverlee), de Vrije Universiteit in Amsterdam en het Jonathan Edwards Center van Yale University in New Haven (VS). De Benelux-afdeling wordt geleid door dr. W. van Vlastuin (VU) en dr. Andreas J. Beck (ETF).
Dr. Adriaan Neele, directeur van het Jonathan Edwards Center in New Haven en een van de sprekers woensdag in Leuven, is sinds jaren de drijvende kracht achter het internationale Edwardsonderzoek. Hij begeleidt promovendi, geeft cursussen aan predikanten en studenten en biedt technologische ondersteuning ten behoeve van het online beschikbaar stellen van alle werken van Edwards (1703-1758).
Het project om de wetenschappelijk verantwoorde editie van Edwards’ werken uit te brengen, begon in 1953 aan de Harvard University onder leiding van Perry Miller, maar werd al snel bij Yale University ondergebracht. De editie is uitgegroeid tot 26 gedrukte banden en 73 delen in de digitale editie.
In 2003 volgde de oprichting van het Jonathan Edwards Center in New Haven ter gelegenheid van de 300e geboortedag van Edwards. Het maakt gebruik van ”Works of Jonathan Edwards Online”, een digitale leer-, onderzoeks- en publicatieomgeving waarin al het materiaal van Edwards ontsloten wordt en aangevuld met wetenschappelijk commentaar. Het digitale overzicht behelst databases met secundaire literatuur, onderwijsmodules en een publicatie in de vorm van een onlinetijdschrift. De digitale omgeving is bereikbaar via de website edwards.yale.edu.
Volgens dr. Neele raadplegen inmiddels 300.000 bezoekers uit meer dan 100 landen de website. In het Verre Oosten worden alle gepubliceerde werken van Edwards vertaald in het Koreaans. Er is toenemende belangstelling vanuit China en India. In Latijns-Amerika verschijnen er steeds meer vertalingen in het Spaans en het Portugees.
Het Edwards Center in New Haven wordt gefinancierd door overheid en universiteit (20 procent) en uit privédonaties (80 procent). In de afgelopen vijftien jaar is er ruim 7 miljoen euro bijeengebracht.
De belangstelling voor Edwards in Amerika is volgens Neele vooral aanwezig in de staten Georgia, Texas, Florida en Californië, de regio rond Chicago en Minneapolis, baptistische kringen, onafhankelijke Bijbelgetrouwe kerken en zogeheten Vineyardgemeenten. „Het gaat om jongere Amerikanen die geïnteresseerd zijn in het calvinisme. Helaas is de belangstelling voor Edwards niet of weinig aanwezig in de gevestigde kerken.”
Het onderzoekscentrum in Leuven is het zesde naast afdelingen in Melbourne (Australië), Bloemfontein (Zuid-Afrika), Heidelberg (Duitsland), Wroclaw (Polen) en Chicago (VS). In oktober dit jaar volgt de oprichting van een afdeling in Sao Paulo (Brazilië). Op 1 en 2 juni dit jaar heeft in het Poolse Wroclaw de eerste internationale Jonathan Edwardsconferentie plaats, waar ook een internationaal bestuur voor het Edwardsonderzoek geïnstalleerd zal worden.
Dr. Neele hoopt dat met het centrum in Leuven het Europese onderzoek een impuls zal krijgen. Er is volgens hem vooral veel werk te doen aangaande de uitgave van alle preken van Edwards, maar liefst 1200 in aantal. „We starten dit jaar met een project om alle preken uit te geven. Alle preken zijn inmiddels getranscribeerd maar slechts 400 ervan zijn er uitgegeven.” Om het proces te versnellen, heeft het Jonathan Edwards Center een hoogwaardig computerprogramma ontwikkeld dat het mogelijk maakt om een preek vanuit Yale toe te wijzen aan een bewerker ergens in de wereld.
Deze redacteur werkt aan de preek en stuurt die voor een laatste check naar het studiecentrum in Yale, waarna hij gepubliceerd wordt op de website. „Hiermee hebben we een substantieel deel van het oeuvre van Edwards voor een breed publiek toegankelijk gemaakt.”