Het wittebroodje van Kersten
„Enkele figuren uit het gevestigde deel van het kerkelijk leven vonden ds. Hegeman maar een lastig mens, die het zo anders deed”, schrijft Johan Hendrik Hegeman in een ”levensschets” (1981) over zijn vader ds. Cornelis Hegeman. Ds. G. A. Zijderveld van de Gereformeerde Gemeenten behoorde kennelijk niet tot dat „gevestigde deel.” Na het plotselinge overlijden van ds. Hegeman tijdens de rouwdienst voor de oud gereformeerde ds. M. A. Mieras schreef ds. Zijderveld dat zijn vriend ds. Hegeman interkerkelijk was, „echt oecumenisch zelfs”, maar dan wel „in de goede zin van het woord”, van hervormd tot oud gereformeerd.
Hegeman begon als bakkersknecht, eerst in Noordwijk, daarna in Voorschoten, Huizen en Oudewater. In Huizen, waar in die tijd meer dan 25 bakker(tje)s waren, was hij bij Jaap Rebel aan de Oranjeweeshuisstraat in dienst. Op aandringen van de hervormde ds. W. J. van Lokhorst ging hij studeren voor de akte godsdienstonderwijs. Vanuit Noordwijk organiseerde hij op Oud Poelgeest zendingsdagen voor de Gereformeerde Zendingsbond. Sprekers betaalde hij vaak uit eigen portemonnee. In Noordwijk richtte hij ook een afdeling op van de Gereformeerde Bond, waarvan zijn vader later voorzitter werd.
Hij werd evangelist in Monnickendam en in Eindhoven. Toen hij, op verzoek van ds. J. H. Koster uit Montfoort, echter was voorgegaan in de oud gereformeerde gemeente van Zetten-Andelst werd hij geschorst. Maar het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten liet hem toe als student. Hij werd „het wittebroodje van Kersten” genoemd.
Het grootste deel van ds. Hegemans ambtelijke leven voltrok zich in Amerika: Paterson (VS), Scioux Center (2 x) en Unionville en Bradford. De gemeente in Scioux Center bestond voor 90 procent uit van oorsprong hervormde mensen, schrijft zijn vriend ds. J. T. Doornenbal in zijn ”Reisbeschrijvingen”. Het lichaam van Christus is daar „in 666 stukken verdeeld. En men vindt dat normaal.” Maar ds. Hegeman had er „een liefelijke plaats.”
Zelfs in het jongere geslacht werkten echter de Hollandse kerkelijke verschillen door. „Die zijn van artikel 31”, hoorde hij een meisje zeggen, „alsof het wezens van een andere planeet waren, al zagen ze er in hun zwembroekjes net eender uit als de anderen.”
In zijn hervormde jaren schreef ds. Hegeman ook in De Waarheidsvriend. Later kreeg hij in de kolommen van datzelfde blad een vermaning. In verband met ”Memorial Day” in Amerika (herdenking van oorlogsslachtoffers) had hij in De Saambinder geschreven het een weldaad te vinden „als er eens een herdenking mag zijn van onze val in Adams bondsbreuk.” De Waarheidsvriend vond dat een „te onpas neerschrijven van waarheden.”
In mijn jeugdjaren zag en hoorde ik hem, in Ridderkerk. Daar heeft hij zijn vrouw –Truus van Wingerden– leren kennen, op het ONO (Ontwikkeling Na Ontspanning), een niet meer te traceren naoorlogs verband, opgericht door twee vooruitstrevende jongelingen uit de Gereformeerde Gemeenten. Het ONO’tje is een huwelijksbureautje ,rijmelde men daar toen. Truus was een excuus voor Hegeman om erheen te gaan. Het ”wittebroodje van Kersten” heeft in Ridderkerk dan ook de wittebroodsweken doorgebracht.
Kort voor zijn heengaan vertrouwde hij me toe dat hij zijn oorspronkelijke kerkelijke stal nooit was vergeten. Laat ik het erop houden dat de bakkersknecht het levende Brood heeft uitgeworpen op twee kerkelijke wateren en dat hij dat Brood interkerkelijk deelde. Hij heeft bijna 7500 keer gepreekt.