D66: VVD maakt knieval voor SGP
DEN HAAG – D66-Kamerlid Van der Ham heeft zaterdag in het tv-programma Nieuwsuur fel uitgehaald naar regeringspartij VVD. Tijdens de uitzending kwam opnieuw aan de orde dat de VVD-fractie geen medeondertekenaar meer is van het voorstel om het verbod op smalende godslastering uit het Wetboek van Strafrecht te halen.
Namens de VVD tekende huidig staatssecretaris Teeven voor het voorstel, naast de Kamerleden Van der Ham en De Wit (SP). VVD’er Van der Steur, de opvolger van Teeven in de fractie, zei eind oktober echter in deze krant dat de VVD in deze kabinetsperiode alle wetsartikelen die te maken hebben met strafbare belediging en vrijheid van meningsuiting wil herzien. Om die reden sloot de VVD zich aan het begin van deze kabinetsperiode niet als mede-initiatiefnemer aan.
Tot op heden is daar nog niets in veranderd. „Ongekend, verbazingwekkend en teleurstellend”, aldus Van der Ham zaterdagavond in Nieuwsuur. Hij wijst erop dat de VVD eerder al afzag van meer koopzondagen en plaatst vraagtekens bij de liberale ruggengraat van de VVD.
In het blasfemiedebat kiest de PVV dezelfde positie als de VVD. Inzet van beide fracties is dat uitspraken van Kamerleden ook onder de strafrechtelijke immuniteit vallen wanneer deze gedaan zijn buiten het vergaderbouw van de Tweede Kamer.
Daarnaast is de VVD van mening dat het voor de strafbaarheid van uitspraken die bijvoorbeeld door homo’s als beledigend worden ervaren niet meer uit zou mogen maken of ze vanuit een bepaalde geloofsopvatting zijn gedaan. In het verleden heeft de strafrechter diverse keren geoordeeld dat verdachten die terechtstonden vanwege hun uitspraken over onder meer homo’s niet de intentie hadden om te beledigen, maar slechts hun overtuiging kenbaar wilden maken in het publieke debat.
D66 is er echter van overtuigd dat de VVD haar handtekening ook heeft weggehaald om de kans te vergroten dat de SGP het coalitiebeleid in Tweede Kamer en Senaat steunt.
Behalve SGP en ChristenUnie liet ook het CDA eind vorig jaar weten het eventuele schrappen van het verbod op godslastering te betreuren.