Wie vol is van Christus, wordt vanzelf evangelist
Voor het eerst in ons leven bezochten mijn vrouw en ik het land Israël. Het maakte veel indruk op ons om daar te zijn waar de Heere Jezus Zijn voetstappen zette. Gethsémané, Galilea, Jeruzalem, de Zee van Tibérias, de Berg der Verheerlijking – allemaal plaatsen die herinneren aan de rondwandeling en het lijden van de Zaligmaker. Veel namen doen denken aan Bijbelse geschiedenissen. Op allerlei plaatsen kun je je makkelijk een voorstelling maken van het leven in de tijd van de Bijbel.
Soek
De meeste indruk maakte een ontmoeting met een tijdgenoot: een ambachtsman in de soek van Bethlehem. Een soek is een Arabische markt waarop allerlei waren aan de man worden gebracht. De koopwaar is, vanuit piepkleine winkels en werkplaatsen, opgesteld in nauwe straatjes. Nieuwsgierig wierpen we een blik in een onbemand schoenmakerswerkplaatsje. Een rechtgeaarde koopman houdt zijn spul natuurlijk wel in de gaten. En ruikt handel als buitenlanders stilstaan. Dus klonk er achter ons een stem: „I am the shoemaker.”
Zo ontstond er spontaan een praatje over zijn nering. De schoenmaker bleef echter niet bij zijn leest, maar veranderde abrupt van onderwerp: „I am a Christian. Do you also understand the language of Jesus Christ?” (Ik ben christen, verstaat u ook de taal van Jezus Christus?) Spontaan, het was in de paasweek, hebben we geantwoord: „He is risen”, Hij is opgestaan. En vervolgens elkaar hartelijk gegroet met een handdruk. In de graftuin kwamen die woorden terug, op het bekende bordje: „Hij is hier niet, Hij is opgestaan.”
Naar Israël gaan om Jezus te ontmoeten is een illusie. Hij is er niet meer, ondanks alle aanduidingen van Zijn aanwezigheid in het verleden, alle kerken op zogenaamd heilige plaatsen. Het landschap, de sfeer, alles doet wel aan Hem denken. Maar Hij is er niet, want Hij is opgestaan en zit aan Zijn Vaders rechterhand. En toch was Hij er wel: in de getuigenis van een Palestijnse christen, midden in een traditionele wijk op de Westelijke Jordaanoever.
Heimwee
De taal van Jezus Christus. Die uitdrukking nodigt uit tot meditatie. Een taal leren gaat niet vanzelf. Behalve je moedertaal dan. Een taal kent grammatica en woordenschat. Hij is bedoeld om te communiceren. Dat geldt ook voor de taal van Jezus. Als schat hebben we het vleesgeworden Woord. En de grammatica is samen te vatten in een basishouding: „Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart.”
Die taal is niet aangeboren. Je kunt hem wel leren, van Jezus Zelf. Hij leert door Zijn Geest buigen onder Zijn principes, omgaan met Zijn Woord. Zodat je Hem verstaat en na leert stamelen. Die taal breekt een mens volledig af. Maar richt tegelijk de blik op Jezus Zelf. Want in Hem is leven. Leven, dat Hij uit genade schenkt aan mensen die de dood verdiend hebben. Die taal doet sterven aan jezelf, maakt het leven hier minder waardevol, bezorgt heimwee. Pijn om de zonde in jezelf, om het bederf dat overal in is. Pijn die je dwingt om naar straks, naar huis te verlangen.
De taal van Jezus is geen dode taal. Die moet niet alleen verstaan, maar ook actief gebruikt worden. Om anderen te bemoedigen. Wat een troost om in een cultuur waar je dat helemaal niet verwacht, aangesproken te worden over de taal van Jezus.
Evangelist
Taal is bedoeld om een boodschap uit te dragen. De boodschap van Jezus Christus. Dat kan met woorden. Zoals ’s zondags in de kerk en doordeweeks door evangelisten. Velen van ons worden echter niet geroepen om Jezus’ woorden te verkondigen. Maar wel om Zijn daden zichtbaar te maken, om een levende brief van Christus te zijn.
De taal van Jezus. Hoe wordt die in ons leven gehoord en gelezen? Niet met mooie woorden. Niet met regels en uiterlijkheden. Als Hij mijn meester niet is, dan kan ik Zijn taal niet wezenlijk verstaan of doorgeven. Pas als ik daadwerkelijk een volgeling van Hem geworden ben, in het hart gegrepen door Zijn Woord, dan krijgt Hij in mijn leven gestalte. Dan spreekt Hij dwars door mijn daden en woorden heen. Ik begrijp dan niet hoe Hij in zo’n onwaardige werken wil. Ik zie dan zelf niet dat Zijn Koninkrijk in mijn leven gestalte krijgt. En toch gebeurt het, omdat Hij Zijn Naam wil verheerlijken. Daarom staat Hij ervoor in dat Zijn taal doorgegeven en door anderen verstaan wordt.
De schoenmaker in Bethlehem had geen last van mensenvrees. Waarom begon hij er eigenlijk over? Zag hij iets bekends? Zat hij om een praatje verlegen? Welnee. Je kunt er gewoon vol van zijn dat je geraakt bent door Jezus Christus. Zo vol, dat het steeds overloopt. Niet om met jezelf te pronken, maar om te delen wat je in Hem gevonden hebt. En om Zijn Naam te verkondigen. Dan word je vanzelf evangelist. Want dan is Hij het waard om aan allen aangeprezen en door iedereen gediend te worden.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl