Uit handen van de preses van de synode kreeg de 97-jarige theologe en verzetsstrijdster een dankbaarheidsmedaille vanwege het werk voor de Tsjechische kerk en synode.

Hebe Kohlbrugge –kleindochter van de negentiende-eeuwse predikant Hermann Friedrich Kohlbrugge– sprak de synodeleden toe en vertelde over het begin van haar contacten met de Tsjechen. Zij sloot tijdens de Tweede Wereldoorlog –in het concentratiekamp– vriendschap met een aantal Tsjechen.

Tijdens een bezoek aan het land in 1961 kwam ze onder de indruk van de droevige situatie in het communistische land. Zij zetten daarna activiteiten op ter ondersteuning van de Tsjechen achter het IJzeren Gordijn en steunde dissidenten. Door haar ontstonden contacten tussen d Tsjechische kerken en de Nederlandse.

Kohlbrugge kwam voor de oorlog in Berlijn in contact met de religieuze gemeente van Martin Niemöller en raakte betrokken bij de ”Bekennende Kirche” (Belijdende Kerk). Omdat dit de Duitsers niet welgevallig was, werd ze gearresteerd en ontsnapte ternauwernood aan opsluiting in Ravensbrück, meldt Wikipedia over haar. In 1939 ging ze in Bazel theologie studeren bij Karl Barth. Toen de oorlog uitbrak kon ze haar studie niet afmaken en keerde terug naar Nederland waar zij in het verzet ging. Uiteindelijk werd ze in 1944 gearresteerd en vanuit Kamp Vught naar het concentratiekamp Ravensbrück getransporteerd waar ze onder erbarmelijke omstandigheden wist te overleven.

In 1990 kreeg zij voor haar werk een eredoctoraat van de Karelsuniversiteit te Praag.

Kohlbrugge beschreef haar leven in ”Twee maal twee is vijf – getuige in Oost en West” (uitg. Kok).