SGP en CU: Samen op weg of ieder voor zich in de Senaat
DEN HAAG – ChristenUnie en SGP besluiten de komende 24 uur afzonderlijk van elkaar wat te doen met hun reststemmen die tezamen goed zijn voor één extra Senaatszetel. De uitkomst hiervan kan van grote invloed zijn op de balans in de Eerste Kamer. Drie scenario’s.
Vanaf drie uur ’s middags begeven ze zich naar de stemhokjes: de in totaal 566 leden van de Provinciale Staten die komende maandag een nieuwe Eerste Kamer kiezen. Dat de coalitie (VVD, CDA en PVV) hier op eigen kracht een meerderheid (38 van de 75 zetels) grijpt, lijkt uitgesloten. Het drietal zal zeer waarschijnlijk blijven steken op 37 zetels. Maar wie daar één of twee zetels van de SGP bij optelt, beseft dat soepel doorregeren voor de coalitie wel degelijk in het verschiet ligt.
De rekenmeesters van alle politieke partijen hebben zich de afgelopen maanden suf gecalculeerd om de perfecte stemwijze te bepalen. De spanning is echter tot maandagmiddag gegarandeerd te snijden, al was het maar omdat het verleden leert dat een kleine misrekening, ziekte, file of zelfs een foutje roet in het eten kunnen gooien. Om nog maar niet te spreken van CDA’ers in de provincie die deze coalitie misschien wel helemaal niet zien zitten en dat in het stemhokje duidelijk willen maken.
De grote vraag is of het kabinet-Rutte in de Senaat groen licht krijgt. En dat staat weer niet los van de vraag hoe SGP en CU hun reststemmen gaan verdelen. De kwestie van de Senaat zette in de achterliggende weken de verhoudingen tussen de kleine partijen al zwaar onder druk. Vanavond (CU) en morgen (SGP) worden er door beide partijen knopen doorgehakt. Het dilemma bezien vanuit het perspectief van de SGP.
SGP steunt CU
Normaal gesproken de gewoonste zaak van de wereld. Zo gaan beide partijen immers al vele jaren met elkaar om en dit keer heeft de CU de hoogste rest. Toch is de kans op dit scenario nihil. Bronnen binnen de SGP geven aan die keuze simpelweg niet te kúnnen maken. De 37 zetels die VVD, CDA en PVV hoogstwaarschijnlijk pakken, zijn namelijk niet geheel zeker: als de SGP de CU aan een restzetel helpt, kan deze zomaar ten koste gaan van een van de coalitiepartijen –waarschijnlijk de PVV– waardoor de coalitie naar 36 zakt en dus de wippositie van de SGP ten opzichte van de coalitie in gevaar komt; een positie waarvan het belang recent duidelijk zichtbaar werd bij het debat over de koopzondag. Op de burelen van de SGP-fractie klinkt ook door dat de huidige coalitie een faire kans verdient: „een beter alternatief is er bijna niet”, is de gedachte. Eigenhandig de coalitie in roerig vaarwater brengen, wil de partij daarom niet op haar geweten hebben. De bizarre situatie is dat juist steun aan broederpartij CU dát kan betekenen.
SGP stemt op coalitie
Gezien de vloeiende samenwerking in de Tweede Kamer lijkt dit niet ondenkbaar. Toch is ook de kans hierop nul. Zoals gezegd zijn 37 zetels voor VVD, CDA en PVV haalbaar. Zou de SGP haar reststemmen daarbovenop aan een van deze drie partijen geven, dan bestaat er een mogelijkheid dat de staatkundig gereformeerden zichzelf in de voet schieten. Met die extra steun zou eventueel een 38e zetel voor de coalitie binnen handbereik kunnen komen, zeker wanneer er nog meer onafhankelijke Statenleden zijn die, zoals de Zeeuw Robesin, op een coalitiepartij willen stemmen. In die situatie zou de SGP haar mogelijke spilpositie in de Senaat vrijwillige en eigenhandig overboord gooien.
SGP kiest voor zichzelf
De meest waarschijnlijke variant. In de achterliggende weken probeerde de SGP de coalitie zelfs te bewegen óók op haar te stemmen. De coalitie kan dan weliswaar fluiten naar de 37e zetel, een zekere tweede zetel voor de SGP maakt dit verlies weer goed. De uitkomst (samen 38 zetels) leek aanvankelijk veiliger dan in de variant waarbij de coalitie op eigen kracht voor 37 zetels gaat. Na de steunbetuiging van Robesin aan de coalitie is dit scenario echter onwaarschijnlijk geworden.
Wel is het nog altijd mogelijk dat de ChristenUnie de SGP aan een tweede zetel helpt. Kiest de partij van Slob, net als de SGP, voor zichzelf, dan presteren beide christelijke partijen het om een voor de orthodoxen zekere restzetel toch te laten liggen. Anderzijds zou steun van de CU aan de SGP óók opvallend zijn: de partij hamerde tot voor kort immers –en terecht– op haar grotere percentage aan reststemmen. Het niet leveren door de SGP werd als „een breuk in de aloude samenwerking met de CU” beschouwd. „We krijgen onze Statenleden nooit zo ver om in die situatie alsnog voor de SGP te stemmen”, klonk het meer dan eens uit de mond van CU-politici. Een onderzoek van de EO onder CU-Statenleden leerde onlangs echter dat een meerderheid van de CU’ers in de provincie bereid is tot een flinke portie zelfverloochening: als het alternatief is dat een niet-christelijke partij er met de restzetel vandoor gaat, willen zij eventueel best op de SGP stemmen. En misschien wel helemaal als daar in de toekomst weer wat tegenover staat. Dat de restzetel ten koste kan gaan van de PVV, is voor CU’ers wellicht óók een mooie bijvangst.