Dat bracht Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter van artsenorganisatie KNMG, woensdag naar voren tijdens een hoorzitting van de Tweede Kamer over het ontwerpwetsvoorstel van Uit Vrije Wil. Daarin staat dat 70-plussers het recht hebben op een humane manier een eind aan hun leven te maken als ze zelf vinden dat hun leven voltooid is.

Volgens de euthanasiewet moet er sprake zijn van een vrijwillig en weloverwogen verzoek in combinatie met ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Bij het voorstel van Uit Vrije Wil komt die laatste voorwaarde te vervallen. Daardoor valt te verwachten dat ouderen maar ook artsen eerder een beroep op deze wet zullen doen dan op de bestaande regels, voorspelt de KNMG.

De artsenorganisatie vindt ook dat de tijd nog niet rijp is voor een nieuwe wet. Eerst zou in kaart moeten worden gebracht hoeveel mensen er gebruik van zouden willen maken en wie dit precies zijn. „Wetgeving is het sluitstuk van deze analyse, niet het vertrekpunt”, stelde Nieuwenhuizen.

De KNMG voerde al eerder aan dat de huidige wet nog veel meer ruimte biedt dan vaak wordt gedacht. „Artsen hebben de neiging de middenstip op te zoeken, maar zouden het hele speelveld kunnen benutten”, zei Nieuwenhuijzen. Het probleem zit dan ook niet in de reikwijdte van de huidige wet, maar eerder in de toepassing.