Jansen (1946) nam afgelopen weekend na bijna 25 jaar afscheid als organist van de Utrechtse Domkerk. Jan Hage volgt hem per 1 juni op. Bij zijn afscheid kreeg Jan Jansen zijn nieuwste cd overhandigd, waarop hij de zes Triosonates (BWV 525-530) van Bach speelt op ‘zijn’ Bätzorgel uit 1831 in de Domkerk. De opnamen werden oktober vorig jaar door Aad van der Waal gemaakt.

„Zes sonates of trio’s voor twee manualen en obligaat pedaal. Bach heeft ze bedoeld voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann zodat hij zich ermee kon ontwikkelen tot de grote organist die hij later is geworden. Hun schoonheid is niet in woorden te vatten. De schepper heeft ze gecomponeerd in zijn rijpste jaren en men mag ze beschouwen als zijn meesterwerk in dit genre.” Zo citeert Frits Oomes in een toelichting de Duitse musicoloog Johann Nikolaus Forkel (1749-1818) in zijn boek over Bach. Deze zes sonates zijn „in de loop van de tijd gaan gelden als de meesterproef voor elke organist”, voegt Oomes toe.

De triosonates zijn door Bach ongetwijfeld bedoeld als een „samenhangende reeks”, schrijft Oomes. „Als zodanig passen zij in zijn bemoeienissen vanaf het eind van de jaren 1720 om als het ware een samenvatting te geven van alle kennis en ervaring die hij inmiddels over het orgel had verworven en van de mogelijkheden die hij in het instrument had ontdekt.”

Jan Jansen – Johann Sebastian Bach 1685-1750 – Bätz-orgel (1831), Domkerk Utrecht; Discodom-Citypastoraat Utrecht (1831151010); € 15,-; bestellen: 030-2310403.